7
GIDS BIJ HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
De motor werkt niet.
Motorbeveiliging
ingeschakeld.
S l e c h t e
s c h u i n e
zaagsneden op 90°-45 .
De winkelhaak is niet goed
afgesteld.
De zaaglijn is grof of
golft.
Het zaagmes komt uit de
geleiders.
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Motor, stroomsnoer of stekker
defect
Z e k e r i n g e n i n s c h a k e l k a s t
doorgeslagen.
Geen netspanning.
De motorbeveiliging is
geschakeld.
De motor is oververhit.
Overbelasting van de motor door
te veel kracht op de zaag tijdens
het zagen
Motor defect
De stoppen H en K (punt 3.3) zitten
niet goed.
Te veel drukkracht op het zaagmes
(op buizen en profi elen)
Tanden van het zaagmes zitten niet
goed t.o.v. het materiaal.
Zaagsnelheid niet goed voor het
werkstuk.
Verkeerd afgestelde excentrische
zaagmesgeleiders en mobiele
geleider.
W e r k s t u k v e r k e e r d i n d e
materiaalklem geplaatst.
Het zaagmes is bot of heeft tanden
die niet geschikt zijn voor de dikte van
het materiaal dat u wenst te zagen.
Te hoge drukkracht op de zaag
Verkeerd afgestelde excentrische
zaaggeleiders.
Te veel slijtage op het rubberen
gedeelte van de schijven.
Het zaagmes slipt op de schijven
door olie en vet die erop komen
tijdens het zagen.
VOORGESTELDE OPLOSSING
Laat de machine controleren door een expert; probeer
de motor niet op eigen houtje te repareren.
Controleer de zekeringen en vervang indien nodig.
Controleer of er stroom is.
Laat de stopknop los en wacht totdat de temperatuur
weer normaal is (enkele minuten).
Controleer of de ventilatieopeningen op de motor
vrij zijn.
Wijzig uw drukkracht op het materiaal.
Laat de machine controleren door een expert; probeer
de motor niet op eigen houtje te repareren.
Draai de bevestigingsschroeven los en verplaats de
stoppen.
Verminder de drukkracht op de zaag.
Controleer de zaagparameters (tanden op de zaag,
zaagsnelheid) in de zaagtabel (punt 4,6).
Controleer de afstelling van de zaagmesgeleiders
(punten 3.5 en 3.6).
Controleer de manier waarop het werkstuk in de
materiaalklem zit en of het vastzit (punt 4,5).
Controleer de zaagparameters (tanden op de zaag,
zaagsnelheid) in de zaagtabel (punt 4,6).
Verminder de drukkracht op de zaag.
Controleer de afstelling van de excentrische
zaagmesgeleiders (punt 3.6).
Laat de schijven door een deskundige controleren en
eventueel vervangen.
Gebruik in geen geval smeer- of koelmiddelen tijdens
het zagen; laat de schijven door een deskundige
controleren en eventueel vervangen.
55