Revell Control VR SHOT Manual Del Usuario página 44

Let op: Flips lukken het best wanneer de accu nog goed is opgeladen. Stijg op naar
een veilige hoogte. Druk op de knop voor de flipfunctie (2J). De zender piept. Druk de
regelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen naar voren: het model maakt een
flip naar voren. Wanneer u flips in een andere richting wilt maken, drukt u de regelaar
in de overeenkomstige richting. Wees er daarna op voorbereid om het model op te
vangen met een manoeuvre, aangezien de vlieghoogte, richting en snelheid na de flip
sterk afhankelijk zijn van de wind en voorgaande vliegbewegingen.
Landen:
Druk op de linkerregelaar voor liftkracht en draaiing vliegen (7F) het model zakt naar
de grond en de motoren worden uitgeschakeld.
U kunt ook handmatig landen. Druk daarna op de rechterregelaar voor voor-/achteruit
en zijwaarts vliegen (7E), de motoren worden uitgeschakeld.
Noodstopknop:
Druk in geval van nood op de rechterregelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen
(7E), de motoren worden uitgeschakeld. Let op! Het model valt dan uit de lucht!
12 TRIMMEN VAN DE BESTURING
Voor een goed vlieggedrag van de model is het noodzakelijk dat de besturing juist is
getrimd. Het afstellen van de trim is eenvoudig, maar er is wel wat geduld en gevoel
voor vereist. Neem de volgende aanwijzingen in acht: Beweeg de liftkrachtregelaar
voorzichtig naar boven en laat de model opstijgen tot een hoogte van 0,5 à 1 meter.
12A Als de model vanzelf snel of langzaam naar links of rechts beweegt...
drukt u de trimregeling voor zijwaarts (2I/8M) in de tegenovergestelde richting zo
vaak in, tot de model stil in de lucht hangt.
12B Als de model vanzelf snel of langzaam naar voren of naar achteren
beweegt...
drukt u de tegenovergestelde trimregeling voor voor-/achteruit (2H/8J) zo vaak in, tot
de model stil in de lucht hangt.
12C Als de quadrocopter vanzelf snel of langzaam om zijn as draait...
drukt u de trimregelaar voor zijwaarts vliegen (2D/8O) in de tegenovergestelde richting.
13 HEADLESS MODE
Bij geactiveerde Headless Mode reageert het model op stuurcommando's alsof de
achterkant van het model steeds in de richting van de piloot wijst, onafhankelijk van
de werkelijke oriëntatie van het model. Zo kan het model ‚normaal' worden bestuurd,
zonder de richtingen in uw hoofd om te hoeven draaien.
Houd de knoppen voor vliegsnelheid (40%, 70%, 100%) en Headless Mode (2B)
langer dan 3 seconden ingedrukt, om Headless Mode in- en uit te schakelen.
Let op: Voor een correcte werking moet de Headless Mode worden geactiveerd terwijl
het model met de achterkant precies naar de piloot wijst.
43