2. TOEPASSING EN VERWIJDERING VAN HET TOEBEHOREN
LET OP!
Plaats de machine en het toebe-
horen op een vlakke en stevige ondergrond,
verzeker u ervan voldoende plaats te hebben
opdat de beweging en de montage bij veilige
omstandigheden kunnen uitgevoerd worden.
Draag werkhandschoenen en let erop geen
handelingen uit te voeren die ongevallen kun-
nen veroorzaken.
LET OP!
Voer de handeling uit bij uitge-
schakelde en koude motor, na de startsleutel
van de machine verwijderd te hebben.
LET OP!
Sta andere personen niet toe op
de machine te gaan zitten of in de nabijheid
ervan te komen tijdens het aanbrengen of ver-
wijderen van het toebehoren.
2.1 VOORBEREIDING VAN DE MACHINE
Draai de twee knopjes (1) los en demonteer de voor-
ste bumper (2).
1
2
2.2 TOEPASSING VAN HET TOEBEHOREN
AAN DE VERBINDING
Hefsysteem zonder aftakas (PTO)
– Ontgrendel de hefhendel (3) om de twee bui-
zen (4) van de verbinding (
1
3.1).
– Breng de twee armen (5) van het toebehoren
nabij de twee buizen (4) van de verbinding; in-
dien het toebehoren voorzien is van een afstel-
systeem van de hoogte ten opzichte van het
terrein, dient men dit zo af te stellen dat de ar-
men (5) uitgelijnd zijn ten opzichte van de bui-
zen (4).
1
4
5
– Duw het toebehoren of laat de machine voor-
uit gaan tot de armen volledig in de buizen zit-
ten. Indien dit moeilijk blijkt, dient men vet aan
te brengen op de buizen en de hefhendel (3)
lichtjes te bewegen om de plaatsing te vereen-
voudigen.
– Draai de twee knopjes (1) stevig vast.
Hefsysteem met aftakas (PTO)
– Ontgrendel de hefhendel (3) om de twee buizen
(4) van de verbinding ( 3.1) omlaag te brengen.
– Breng de riemgeleider (11) omlaag, door het
onderste deel van de machine te verstellen, en
draai deze naar rechts tot de toegang aan de
riemschijf (12) volledig vrij is.
12
– Breng de twee armen (5) van het toebehoren
nabij de twee buizen (4) van de verbinding; in-
dien het toebehoren voorzien is van een afstel-
systeem van de hoogte ten opzichte van het
terrein, dient men dit zo af te stellen dat de ar-
men (5) uitgelijnd zijn ten opzichte van de bui-
zen (4).
5
4
1
11
NL
3