Omgaan met batterijen
Batterijen kunnen brandbare stoffen bevatten. Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen batterijen leeglopen, sterk verhit raken, ontbranden of zelfs exploderen,
hetgeen tot persoonlijk letsel of schade aan uw toestel kan leiden.
Houd u beslist aan de volgende adviezen:
Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
Bij inslikken van batterijen moet onmiddellijk contact worden opgenomen met de
huisarts.
Laad nooit batterijen op (tenzij dit uitdrukkelijk staat aangegeven).
Ontlaad de batterijen nooit door een hoge vermogensafgave.
Sluit de batterijen nooit kort.
Stel de batterijen nooit bloot aan overmatige hitte door zonlicht, vuur of
dergelijke!
Demonteer of vervorm de batterijen niet.
U kunt gewond raken aan handen of vingers of batterijvloeistof kan in contact
komen met ogen of huid. Als dit gebeurt, spoelt u de desbetreffende plekken
schoon met ruime hoeveelheden schoon water en stel onmiddellijk uw huisarts in
kennis.
Vermijd krachtige stoten en schokken.
Draai nooit de polariteit om.
Let erop dat de plus- (+) en minpool (-) juist zijn geplaatst om kortsluiting te
vermijden.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende typen
door elkaar.
Dit kan storingen in het toestel veroorzaken. Bovendien zou de zwakkere batterij
te sterk worden ontladen.
Verwijder lege batterijen onmiddellijk uit het toestel.
Haal de batterijen uit het toestel als u dit langere tijd niet gebruikt.
Vervang alle lege batterijen in een toestel tegelijk door nieuwe batterijen van
hetzelfde type.
Isoleer de contactpunten van de batterijen met een stuk plakband als u batterijen
wilt opslaan of afvoeren.
14
Nederlands