BEDIENING
LET OP:
Druk de accu altijd stevig aan totdat
die op zijn plaats vastklikt. Als u het rode deel kunt
zien, is de accu niet goed vergrendeld. Schuif hem
er helemaal in totdat het rode deel niet meer zicht-
baar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het gereed-
schap kunnen vallen en uzelf of anderen kunnen
verwonden.
LET OP:
Wanneer de snelheid sterk afneemt,
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
LET OP:
Houd het gereedschap tijdens
gebruik stevig vast.
Het gereedschap vasthouden
LET OP:
Dit is een krachtig gereedschap. Een
hoog koppel wordt uitgeoefend en het is belang-
rijk dat het gereedschap stevig wordt vastgehou-
den en goed wordt afgesteund.
Pak de handgreep met één hand vast en de voorhand-
greep met de andere hand.
► Fig.17: 1. Voorhandgreep 2. Handgreep
Als u een groot gat boort met behulp van een gaten-
zaag met een zelftappend bit, enz., moet de zijhand-
greep (hulphandgreep) als afsteunpunt worden gebruikt
om het gereedschap veilig onder controle te kunnen
houden.
Als het bit vooruit (rechtsom) draait, moet het gereed-
schap worden afgesteund om een linksom draaiende
reactiekracht op te kunnen vangen in het geval het bit
vastloopt.
► Fig.18: 1. Reactiekracht 2. Vooruit 3. Zijhandgreep
Als het bit achteruit draait, steunt u het gereedschap
zodanig af dat een rechtsom draaiende reactiekracht
wordt opgevangen. Als het boorbit moet worden verwij-
derd uit een gedeeltelijk geboord gat, zorgt u ervoor dat
het gereedschap afdoende wordt afgesteund voordat u
het bit achteruit laat draaien.
► Fig.19: 1. Reactiekracht 2. Achteruit
Gebruik als boormachine
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboortjes voorzien van een geleideschroefpunt.
Deze geleideschroefpunt vergemakkelijkt het boren,
door het boorbit het werkstuk in te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat het boorbit bij het begin van het
boren zijdelings wegglijdt, maakt u met een hamer en
een centerpons een putje precies op de plaats waar
u wilt boren. Plaats dan de punt van het boorbit in het
putje en begin met boren.
Gebruik bij het boren in metaal een smeermiddel.
Uitzonderingen hierbij zijn ijzer en koper, die droog
geboord moeten worden.
LET OP:
Het boren zal niet sneller verlopen als
u hard op het gereedschap drukt. In feite zal derge-
lijk hard drukken alleen maar leiden tot beschadiging
van het boorbit, lagere prestaties van het gereedschap
en een kortere levensduur van het gereedschap.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast en let
vooral goed op wanneer het boorbit door het werkstuk heen
breekt. Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een
enorme wringende kracht uitgeoefend op het gereedschap/boorbit.
LET OP:
Een vastgelopen boorbit kan eenvoudig
verwijderd worden door de draairichting te verande-
ren met de omkeerschakelaar, om zo het boorbit eruit
te draaien. Houd het gereedschap daarbij wel stevig
vast, want er is kans op een plotselinge terugslag.
LET OP:
Zet het werkstuk altijd vast in een
bankschroef of soortgelijke klemvoorziening.
LET OP:
Boor niet in materialen waarvan u
vermoedt dat er verborgen spijkers of andere
voorwerpen in zitten die ertoe kunnen leiden dat
het boorbit vastloopt of breekt.
LET OP:
Als het gereedschap continu wordt
bediend totdat de accu leeg is, laat u het gereed-
schap gedurende 15 minuten liggen alvorens
verder te werken met een volle accu.
Een touw (tuiriem) bevestigen
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor wer-
ken op hoogte
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructies kan leiden tot ernstig letsel.
1.
Houd het gereedschap altijd vastgebonden
tijdens het werken 'op hoogte'. De maximale
lengte van het touw is 2 m.
De maximaal toegestane valhoogte van het
touw (tuiriem) mag niet meer zijn dan 2 meter.
Gebruik uitsluitend met een touw dat geschikt
2.
is voor dit gereedschap en een draagvermo-
gen heeft van minstens 8,0 kg (17,6 lbs).
Veranker het touw van het gereedschap niet
3.
aan iets op uw lichaam of aan een verplaatsbaar
voorwerp. Veranker het touw van het gereed-
schap aan een stevige constructie die de krach-
ten van een vallend gereedschap kan opvangen.
4.
Verzeker u er vóór gebruik van dat het touw
goed is vastgemaakt aan beide uiteinden.
Inspecteer het gereedschap en touw vóór elk
5.
gebruik op beschadigingen en correcte wer-
king (inclusief het materiaal en de stiksels).
Gebruik het niet wanneer het beschadigd is of
niet correct werkt.
6.
Wikkel touwen niet rondom scherpe of ruwe
randen en laat ze er niet mee in aanraking komen.
7.
Bevestig het andere uiteinde van het touw bui-
ten het werkgebied zodat een vallend gereed-
schap stevig bevestigd blijft.
8.
Bevestig het touw zodanig dat het gereed-
schap tijdens het vallen zich verwijderd van de
gebruiker. Een gereedschappen dat valt zal aan
het touw slingeren, waardoor letsel kan worden
veroorzaakt of u uw evenwicht kunt verliezen.
42 NEDERLANDS