Het uitworp-hulpstuk gebruiken
Het uitworp-hulpstuk maakt het mogelijk om het maaisel
aan de rechterkant van de machine op de grond te werpen
zonder het maaisel op te vangen in de grasmand. Wanneer
u het apparaat met het uitworp-hulpstuk gebruikt, moet u het
mulch-inzetstuk aanbrengen en de grasmand verwijderen.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische aanstu-
ring voor een gemakkelijke bediening.
•
Constante-toerentalregeling van snijblad
Elektronische toerentalregeling voor het aanhou-
den van een constant toerental. Maakt een onbe-
rispelijke afwerking mogelijk omdat het toerental
zelfs onder belasting constant blijft.
•
Zachte-start bij aandrijving
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schok en laat het gereedschap geleidelijk starten.
•
Elektrische rem
Dit apparaat is voorzien van een elektrische rem. Als
het apparaat constant niet in staat is de snijbladen van
de grasmaaier snel stil te zetten nadat de schakelhen-
del is losgelaten, laat u het apparaat onderhouden door
een erkend Makita-servicecentrum.
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING:
dert u alle takken en stenen van het te maaien
terrein. Bovendien kunt u beter ook van tevoren
alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
WAARSCHUWING:
altijd een beschermende bril of een veiligheidsbril
met volledig gesloten zijkantbescherming.
LET OP:
Als het maaisel of een vreemd voor-
werp zich ophoopt binnenin het maaidek, moet u
eerst de contactsleutel en accu verwijderen, en
handschoenen aantrekken voordat u het maaisel
of vreemde voorwerp verwijdert.
KENNISGEVING:
Gebruik deze machine alleen
voor het maaien van een gazon. Maai geen
onkruid met deze machine.
► Fig.35
Houd bij het maaien de handgreep met beide handen
stevig vast. De richtlijn voor de maaisnelheid is onge-
veer 7 tot 14 meter per 10 seconden.
► Fig.36
De middellijnen van de voorwielen kunnen worden
gebruikt als richtlijn voor de maaibreedte. Gebruik de
middellijnen als richtlijn bij het maaien in banen. Overlap
elke baan met de helft of een derde van de breedte van
de vorige baan om het gazon gelijkmatig te maaien.
► Fig.37: 1. Maaibreedte 2. Overlapping 3. Middenlijn
Voor het maaien verwij-
Draag bij het maaien
Verander de maairichting bij elke baan om te voorko-
men dat het graspatroon in één richting wordt gevormd.
► Fig.38
Controleer regelmatig het gemaaide gras in de gras-
mand. Leeg de grasmand voordat deze vol raakt. Vóór
elke periodieke inspectie dient u de grasmaaier uit te
schakelen en daarna de contactsleutel en de stekker
van de draagbare voedingseenheid te verwijderen.
KENNISGEVING:
met een volle grasmand kan het snijblad niet soe-
pel draaien, hetgeen de motor overmatig belast,
waardoor de kans op defecten toeneemt.
Maaien van erg lang gras
Probeer niet om lang gras in één keer te maaien. Maai in plaats
daarvan het gazon in meerdere maaibeurten. Laat een dag
of twee tussen de maaibeurten, tot het gazon gelijkmatig kort is.
► Fig.39
OPMERKING: Als u erg lang gras in één keer hele-
maal kort maait, kan het gras afsterven. Tevens kan
de binnenkant van het maaidek verstopt raken door
het gemaaide gras.
De grasmand legen
WAARSCHUWING:
komen, controleert u regelmatig de grasmand op
schade of verzwakking door slijtage. Vervang zo
nodig de grasmand.
1.
Laat de schakelhendel en de aandrijfhendel los.
2.
Verwijder de contactsleutel.
3.
Open de achterklep en verwijder de grasmand
door het handvat vast te pakken.
► Fig.40: 1. Achterklep 2. Handvat 3. Grasmand
4.
Leeg de grasmand.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
leutel en de draagbare voedingseenheid uit de grasmaaier
zijn verwijderd voordat u de grasmaaier opbergt of draagt,
of voordat u inspectie of onderhoud gaat verrichten.
WAARSCHUWING:
tactsleutel wanneer de grasmaaier niet in gebruik
is. Bewaar de contactsleutel op een veilige plaats,
buiten bereik van kinderen.
WAARSCHUWING:
het verrichten van inspectie of onderhoud.
WAARSCHUWING:
van inspectie of onderhoud altijd een bescher-
mende bril of een veiligheidsbril met zijkappen.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
73 NEDERLANDS
Als u de grasmaaier gebruikt
Om ongelukken te voor-
Zorg altijd dat de contacts-
Verwijder altijd de con-
Draag handschoenen bij
Draag bij het verrichten
Gebruik nooit benzine, was-