RKBUHAA6W1
X2M
1
2 3 4 5 10 11 12 13 14
1 2 3
4
5
X2M
14 15 16
X801M
1 2 3 4 5
A8P
RKRP1AHTA
A8P
RKRP1AHTA-vraag-printplaat
X2M - 14
Gemeenschappelijk
X2M - 15
Verwarming trap 1 (2 kW)
X2M - 16
Verwarming trap 2 (6 kW)
X801M - 2
Storingsfeedbacksignaal verwarmingskit
X801M - 5
Storingsfeedbacksignaal verwarmingskit
O
PSTARTEN EN CONFIGUREREN
Controles vóór ingebruikname
GEVAAR
Schakel alle relevante voedingen uit voordat u aan-
sluitingen uitvoert.
Controleer na de installatie van de verwarmingskit de volgende
punten vooraleer de stroomonderbreker in te schakelen:
Gevuld met water
Controleer of de verwarming van de verwarmingskit volledig
gevuld is met water.
Ontluchting
Controleer of de ontluchting open staat (minstens 2 draaien).
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de instructies, het
bedradingsschema en de Europese en nationale regelgevingen
is uitgevoerd.
RKBUHAA6V3+W1
Verwarmingskit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW58904-1
X1M
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
N
3N~ 400 V 50 Hz
Zekeringen en beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten vermeld in het hoofdstuk "Technische specificaties" op
pagina 10. Controleer of er geen zekering of beveiliging is
overbrugd.
Aarding
Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en de
aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt.
Interne bedrading
Controleer de binnenkant van de verwarmingskit visueel op
losse aansluitingen of beschadigde elektrische componenten.
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de verwarmingskit.
Afsluiters
Controleer of alle vereiste afsluiters open staan en water-
stroming mogelijk is.
Bevestiging
Controleer of de verwarmingskit goed vastgemaakt is.
Beschadigde onderdelen
Controleer
de
binnenkant
beschadigde onderdelen of platgedrukte leidingen.
LET OP
De verwarming zal schade oplopen als u het
systeem gebruikt terwijl de verwarming niet
volledig gevuld is met water.
Wanneer alle controlepunten in orde zijn, moet u de verwarmingskit
en de binnenunit sluiten voordat u ze mag inschakelen.
Lokale instellingen
Alvorens de verwarmingskit kan worden geactiveerd, moeten enkele
lokale instellingen op de RKHBRD-binnenunit worden veranderd.
Voor meer informatie over het veranderen van lokale instellingen, zie
hoofdstuk "Lokale instellingen" in de montagehandleiding of de
gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
Gedetailleerde beschrijving
[6-02] Verwarmingskit
Na installatie van de verwarmingskit kunt u de kit activeren door
lokale instelling [6-02]=1 in te stellen.
Vanaf dat punt houdt het warmtepompsysteem rekening met de
verwarmingskit voor het bepalen van de werking. Wanneer de
verwarming actief is, staat het verwarmingssymbool ( op de
afstandsbediening. Er is geen aanduiding van trap 1-2.
[8-02] Noodwerking
In de noodstand verwarmt alleen de verwarmingskit, en niet de
warmtepomp.
De noodstand wordt geactiveerd door lokale instelling [8-02]=1 in te
stellen.
De warmtepomp wordt stilgelegd zodra u de noodstand inschakelt.
De pomp van de binnenunit wordt gestart, maar het verwarmen zelf
gebeurt door de verwarmingskit. Als er geen storingen zijn in de
thermistoren van het uittredend water of retourwater, kan de
verwarmingskit beginnen met de noodwerking.
LET OP
Controleer of de verwarmingskit geactiveerd is
alvorens u de noodwerking activeert. De verwarming
blijft in de noodstand staan tot de lokale instelling weer
op de standaardwaarde [8-02]=0 wordt ingesteld.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
van
de
verwarmingskit
op
8