sehr hoher Stromabgabe laden, bevor angelassen wird. Um
beim Starten von Dieselmotoren die sichere Beschädigung
der Kerzen zu vermeiden, empfiehlt es sich, die Kerzen
vorzuwärmen, bevor mit dem Ladegerät gestartet wird.
Verpackungsmaterial, nicht mehr verwendete Produkte und
Zubehör sind umweltgerecht zu entsorgen.
Nur für EU-Länder:
Die Produkte nicht zum Hausmüll geben!
Gemäß EWG-Richtlinie 00/96 über Elektro- und
Elektronikaltgeräte (RAEE) und deren Umsetzung durch
nationale Gesetze müssen die unbrauchbar gewordenen
Produkte getrennt gesammelt und dem umweltverträglichen
Recycling zugeführt werden.
Instructiehandleiding
Automatische batterijlader
Algemene gegevens en waarschuwingen
Alvorens het laden uit te voeren, nauwkeurig de inhoud van
deze handleiding lezen. De instructies van de batterij lezen en
van het voertuig dat deze gebruikt.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke vermogens, of die gebrek aan ervaring of kennis
hebben, tenzij iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
toezicht op hen houdt of hen heeft uitgelegd hoe het apparaat
dient te worden gebruikt.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat ze met het
apparaat gaan spelen.
Om bescherming tegen elektrische schokken te garanderen,
mag hij alleen worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik de batterijlader niet met beschadigde voedingskabels
of stekkers.
Gebruik de batterijlader niet als tegen gestoten is, hij gevallen
is of op andere manier beschadigd is.
Haal de batterijlader niet zelf uit elkaar, maar breng hem naar
een erkend service-centrum.
De voedingskabel moet worden vervangen door
gekwalificeerd personeel
Laad geen bevroren batterijen.
Zorg er beslist voor dat de polariteiten niet verwisseld worden,
wanneer er klemmen met de batterij worden verbonden.
Uitsluitend voor gebruik in overdekte ruimten
< OPGELET, EXPLOSIEVE GASSEN!
< De batterij produceert explosief gas (waterstof) tijdens
de normale werking en in grotere hoeveelheid tijdens het
opladen.
< Voorkomt de vorming van vlammen of vonken.
Entsorgung
NL
< De batterijlader zelf kan vonken creëren. Verzekert u zichzelf
ervan dat de klemmen niet los kunnen raken van de polen
van de batterij.
< Verzekert u zichzelf ervan dat de stekker eruit is, alvorens
de klemmen aan te sluiten of los te koppelen.
< Ervoor zorgen dat de klemmen elkaar niet aanraken.
< Zorg voor een passende ventilatie tijdens het laden.
< Als het type batterij het toelaat, de doppen verwijderen
en het elektrolytniveau controleren. Gedistilleerd water
toevoegen, indien nooszakelijk. Controleren of het niveau
van de elektrolytvloeistof in de batterij 5/0 millimeter hoger
is dan de elementen.
< Laad de batterij met de doppen van de cellen op hun plaats.
Veel batterijen hebben antibranddoppen. Leg een nat stuk stof
op de doppen van de batterijen die niet vuurbestendig zijn.
< Lees voor de batterijen zonder onderhoud aandachtig de
oplaadinstructies van de fabrikant.
< De doppen van de batterijen niet openen zonder
onderhoud.
< Sommige batterijen zonder onderhoud hebben een
statusindicator. Als wordt aangegeven dat het zuurniveau te
laag is, moet de batterij worden vervangen. Niet proberen op
te laden.
< Geen bevroren batterijen laden, omdat deze zouden kunnen
ontploffen.
< Geen batterijen proberen te laden die niet opnieuw gelaad
kunnen worden of die verschillen van de voorziene
batterijen.
< Een veiligheidsbril dragen met bescherming aan de zijkant
van de ogen, zuurbestendige handschoenen en kleren die
u tegen het zuur beschermen.
< Nooit uw gezicht dichtbij de batterij houden.
< De batterijlader zo ver mogelijk van de batterij verwijderd
plaatsen.
< Geen zuur laten vallen op de batterijlader, op de kabels en
op de klemmen.
Extra waarschuwingen
< De batterijlader niet op brandbare oppervlakken plaatsen.
< De batterijlader en de kabels ervan niet in het water of op
natte oppervlakken plaatsen.
< Plaats de batterijlader zodanig dat deze goed geventileerd
wordt: niet met andere voorwerpen bedekken; niet opsluiten
in reservoirs of stellingen.
Waarschuwingen voor batterijen in de voertuigen
< Uit de buurt blijven van bewegende mechaniek zoals
ventilatoren, aandrijfriemen, schijven.
< Uit de buurt blijven van warme delen zoals motor en
koelsysteem, om verbrandingen te voorkomen.
Beschrijving batterijlader
De automatische batterijlader is geschikt voor het laden van
verschillende soorten loodbatterijen: met vrije elektrolyten, met en
zonder onderhoud (MF), GEL, AGM, Ni-Cd.
i
Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant van de
batterijen wat betreft het opladen.
Bedieningen en signaleringen Fig.1
Schakelaar aan-uit
Zekering (,5AF 5x0mm)
7