IN GEVAL VAN PROBLEMEN
• Nimmer het apparaat zelf demonteren. Een slecht gerepareerd apparaat kan gevaar voor de ge-
bruiker opleveren.
• Controleer, alvorens contact op te nemen met een erkend Servicecentrum (zie het telefoonnummer
aan het einde van de handleiding) of het apparaat in de normale werkstand staat en of de luchtin-
laat- en –uitlaatroosters niet verstopt zijn.
Soort probleem
Het apparaat werkt niet wanneer het in-
geschakeld wordt.
De ontvochtingsvermogen is te zwak.
Het gewenste comfort wordt niet bereikt
nadat het apparaat lang gewerkt heeft
Het apparaat maakt teveel lawaai.
Het apparaat schakelt uit.
Het controlelampje voor een vol reser-
voir brandt.
WEES VRIENDELIJK VOOR HET MILIEU!
Uw apparaat bevat veel materialen die hergebruikt of gerecycleerd kunnen worden. Te-
vens beschikt het, als verkoeling, over fluorhoudende broeikasgassen (R410 ) conform
het Verdrag van Kyoto waarvan de potentie om de aarde te verwarmen 1955 keer sterker
is dan koolstofdioxide (CO2). Het fluorhoudende broeikasgas in dit apparaat dient niet in
de lucht gespoten te worden.
Breng het naar een hiervoor bedoeld verzamelpunt of een erkende servicedienst voor
verwerking hiervan.
Te controleren punten
- Waterreservoir zit vol met water.
- Plaatsing van het reservoir.
- Zit de stekker in het stopcontact?
- Is het filter schoon?
- Te lage temperatuur.
- Zitten de luchtinlaat- en uitlaatroosters niet verstopt?
- Zijn alle deuren en ramen gesloten?
- Is het filter schoon?
- Eventuele dampafgifte in het vertrek.
- Het vertrek is te groot.
- Staat het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond ?
- Waterreservoir vol of niet goed op zijn plaats.
- Te hoge of te lage temperatuur.
- Selectie van de relatieve vochtigheidsgraad verkeerd ingesteld.
- Bij het eerste gebruik, reservoir verkeerd geplaatst.
- Waterreservoir is vol.
37
NL