5.3 Luchtfilterservice
1. Draai de dekselschroeven en moeren los en verwijder het onderhoudsdeksel.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel.
3. Verwijder de luchtfilterspons (zie afb. 5.0)
4. Controleer de filterspons om ervoor te zorgen dat deze in schone en goede staat verkeert. Als de spons
vuil is, reinig deze dan zoals omschreven in afb. 5.1. Vervang de spons als hij beschadigd is.
Reinigen van de spons:
1. Reinig de spons in warm zeepsop of onbrandbaar oplosmiddel, spoel hem uit en laat hem goed drogen.
2. Dompel de spons in schone motorolie en pers alle overtollige olie eruit. De motor zal roken tijdens
het starten als te veel olie in het filter wordt achtergelaten.
3. Veeg met een vochtig vod vuil van het luchtfilterdeksel.
4. Installeer de spons en het luchtfilterdeksel weer
5. Sluit het onderhoudsdeksel met schroeven
Luchtfilterspons
Luchtfilterdeksel
Afb. 5.0
Afb. 5.1
Onderhoudsdeksel
Schroeven
NL
143