Koppel dit systeem opnieuw met het
BLUETOOTH-apparaat. U moet
mogelijk de koppeling met dit
systeem eerst met behulp van uw
BLUETOOTH-apparaat annuleren.
Koppelingsinformatie is mogelijk
gewist. Voer de koppelingsprocedure
opnieuw uit (pagina 24).
De koppeling kan niet worden
uitgevoerd.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Zorg dat dit systeem geen
interferentie krijgt van een
draadloos-LAN-apparaat, andere
2,4 GHz draadloze apparaten of een
magnetron. Als er een apparaat in de
buurt staat dat elektromagnetische
straling genereert, moet u het
apparaat uit de buurt van dit systeem
zetten.
U kunt de NFC-functie niet
gebruiken.
De NFC-functie werkt niet met een
BLUETOOTH-compatibele
hoofdtelefoon of luidspreker. Om
naar geluid te luisteren met een
BLUETOOTH-compatibele
hoofdtelefoon of luidspreker,
raadpleegt u "Geluid van een
aangesloten tv of apparaat
beluisteren via een hoofdtelefoon of
luidspreker" (pagina 27).
Er komt geen geluid uit het
aangesloten BLUETOOTH-apparaat.
Controleer of de BLUETOOTH-
indicator van het toestel oplicht
(pagina 25).
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Indien een apparaat dat
elektromagnetische straling opwekt,
bijvoorbeeld een draadloos-LAN-
apparaat of andere BLUETOOTH-
apparaten in de buurt staan of indien
er een magnetron in de buurt is, moet
u deze apparaten verder van het
systeem plaatsen.
Verwijder obstakels tussen dit
systeem en het BLUETOOTH-
apparaat of plaats dit systeem verder
van het obstakel.
Verander de plaats van het
aangesloten BLUETOOTH-apparaat.
Verander de frequentie van het
draadloze LAN van elke Wi-Fi-router
of pc in de omgeving naar de 5 GHz-
band.
Verhoog het volume op het
aangesloten BLUETOOTH-apparaat.
Aansluiten van
hoofdtelefoon of luidspreker
via BLUETOOTH
De BLUETOOTH-verbinding kan niet
worden gemaakt.
Controleer of de BLUETOOTH-
indicator van het toestel oplicht
(pagina 7).
Zorg dat het BLUETOOTH-apparaat
dat moet worden aangesloten,
ingeschakeld is en dat de
BLUETOOTH-functie geactiveerd is.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Koppel dit systeem opnieuw met het
BLUETOOTH-apparaat. U moet
mogelijk de koppeling met dit
systeem eerst met behulp van uw
BLUETOOTH-apparaat annuleren.
Koppelingsinformatie is mogelijk
gewist. Voer de koppelingsprocedure
opnieuw uit (pagina 24).
De koppeling kan niet worden
uitgevoerd.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
57
NL