Contactgrill
De geringe damp en geur die ontstaan zijn onschadelijk en treden alleen op tijdens het eerste
gebruik. Warm het apparaat op, tot de ontwikkeling van damp ophoudt, echter minstens
10 minuten. Zorg voor een goede ventilatie van de betreffende ruimte.
Draai de beide regelaars van de thermostaten op de maximale temperatuur (maximale
grillpositie). De controlelampjes branden. Draai beide thermostaten richting de „+" positie
(breedste kant van de pijl) tot aan de aanslag, om de maximale temperatuur in te stellen
(zie ook „grillen met de contactgrill" op pagina 61).
Terwijl het apparaat opwarmt, branden de controlelampjes. Zodra het apparaat is opgewarmd
gaan de controlelampjes uit.
Draai na het gebruik de beide regelaars van de thermostaten op de minimale temperatuur.
Draai beide thermostaten richting de „-" positie (smalste kant van de pijl) tot aan de aanslag.
De controlelampjes branden niet meer, het apparaat verwarmt niet meer.
Haal om veiligheidsredenen na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact.
Klap het deksel open en laat het apparaat afkoelen.
Nadat het apparaat is afgekoeld kunt u de bakplaten en eventueel ook de behuizing met een
vochtige doek reinigen.
Grillen met de contactgrill
Let op! Het apparaat wordt tijdens het gebruik zeer heet! Gebruik alleen de geïsoleerde
plastic handgrepen om het deksel te openen en te sluiten. Gebruik, indien mogelijk,
ovenwanten. Raak de hete bakplaten of de hete behuizing nooit aan. Transporteer het
apparaat nooit in hete toestand!
Let op, gevaar voor brandwonden! Tijdens het grillen ontstaat zeer hete damp! Wees
er alert op, dat tijdens het grillen ook condenswater op de handgrepen kan ontstaan.
Gebruik ovenwanten, om verbranding te vermijden.
AANWIJZING voor het gebruik
Gebruik nooit metalen kookgerei (vorken, messen etc.) om de anti-aanbaklaag van het
grilloppervlak niet te beschadigen. Gebruik kookgerei van hout of van 100 % hittebestendig
kunststof.
Bereid alleen levensmiddelen toe die voor consumptie geschikt zijn. Het apparaat is niet
geschikt voor het toebereiden van bevroren levensmiddelen. Bevroren levensmiddelen
moeten eerst worden ontdooid.
Voorbereiding
Bereid de levensmiddelen die u wilt grillen voor (wassen, in stukjes snijden, afdrogen,
marineren, kruiden etc.). Dep vochtige levensmiddelen die u wilt grillen met keukenpapier
eerst droog (bijvoorbeeld vis en ontdooid vlees).
Vet het gehele grilloppervlak (bovenste en onderste bakplaat) met ietwat spijsolie in.
Grillen
Plaats het apparaat op een vlak, droog en slipvrij oppervlak, dat bestand is tegen hitte
en eventuele spatters van vet.
Let op! De bakplaten hebben een gootje zodat overtollig vet weg kan stromen. Op deze
manier worden vet en het te grillen levensmiddel gescheiden. De levensmiddelen worden
vetarm en voorzichtig gegrilld. Plaats onder het gootje een voldoende groot, hittebestendig
61
Gebruiksaanwijzing