Aansluitdraden die ondergronds verlopen, dienen òf in een
isolatiebuis van isolerend materiaal te liggen òf er dient
geïsoleerde hoogspanningskabel te worden gebruikt. Er dient
grote omzichtigheid te worden betracht om schade aan de
aansluitdraden door dierenhoeven of in de grond zakkende
tractorwielen e.d. te voorkomen.
Aansluitdraden mogen niet in dezelfde buis als de bedrading
voor de netvoeding, communicatiekabels of datakabels
verlopen.
Aansluitdraden en elektrische weide-afrasteringsdraden
mogen niet over bovengrondse stroomdraden of
communicatiekabels verlopen.
Kruisingen met bovengrondse stroomleidingen dienen zoveel
mogelijk te worden vermeden. Als een kruising niet te
voorkomen is, dient deze onder de stroomleiding te worden
gelegd en daarmee zoveel mogelijk een rechte hoek te
vormen.
Als aansluitdraden en draden van elektrische weide-
afrasteringen dicht bij een bovengrondse stroomleiding
worden geïnstalleerd, dient de afstand tot deze niet minder te
bedragen dan hetgeen in de onderstaande tabel te zien is.
65