Dank u voor uw aankoop! Lees deze handleiding grondig voor u het toestel in gebruik neemt. Werd het toestel
beschadigd tijdens het transport, installeer het dan niet en raadpleeg uw dealer.
De netvoeding heeft volgende toepassingsmogelijkheden: Aansluiting en werking van laagspanningsinstallaties met
een werkspanning tussen 3 en 15VDC aan de daarvoor bestemde en gekenmerkte aansluitbussen en –klemmen.
Het stroomverbruik van de installatie mag 20A (PS920) of 25A (PS925) (30A gedurende minder dan 5 minuten) niet
overschrijden. Een overschrijding van deze stroom leidt tot overbelasting van de netvoeding.
2. Veiligheidsinstructies
Wees voorzichtig bij het gebruik: u werkt met een elektrische stroom!
Bescherm dit toestel tegen regen en vochtigheid.
Verzeker u ervan dat het toestel niet aangesloten is op een stroombron alvorens het te openen.
• De garantie geldt niet voor schade door het negeren van bepaalde richtlijnen in deze handleiding en uw dealer zal
de verantwoordelijkheid afwijzen voor defecten of problemen die hier rechtstreeks verband mee houden.
• Laat dit toestel installeren en onderhouden door een geschoolde technicus.
• Om beschadiging te vermijden, zet u het toestel best niet aan onmiddellijk nadat het werd blootgesteld aan
temperatuurschommelingen. Wacht tot het toestel op kamertemperatuur gekomen is.
• Dit toestel valt onder beschermingsklasse I, wat wil zeggen dat het toestel geaard moet zijn.
• De beschikbare netspanning mag niet hoger zijn dan de spanning in de specificaties achteraan de handleiding.
• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel plaatsen.
• Trek de stekker uit het stopcontact (trek nooit aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het niet gebruikt.
• Draag tijdens het bedienen van voedingen nooit geleidende sierraden zoals ringen, kettingen enz.
• Laat een ingeschakelde voeding nooit onbeheerd achter.
• Voor werkzaamheden onder spanning mag alleen daarvoor uitdrukkelijk toegelaten gereedschap gebruikt worden.
• Gebruik geen defect, beschadigd of mishandeld toestel.
• Onthoud dat condensatoren in het apparaat nog geladen kunnen zijn, zelfs wanneer het toestel van alle
spanningsbronnen gescheiden is.
• Verplaats geen losliggende metalen leidingen en contacten maar dek ze af met geschikte, moeilijk ontvlambare
isolering ter beveiliging.
• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de garantie.
• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
3. Omschrijving
(zie fig. 1)
1. plaat voorkant
2. schroefbare aansluitklemmen (rood = +, zwart = -)
3. aansluitklemmen voor aansluiting van geïsoleerde leidingen tot max. 2.5mm²
4. voeding aan/uit
5. controle-LED "apparaat in"
6. controle-LED voor overlading, kortsluiting enz.
7. instelling van de uitgangsspanning
8. analoog meetinstrument voor gelijkstroom
9. analoog meetinstrument voor gelijkspanning
10. achterkant van het apparaat
11. afdekplaat ventilatie
12. zekeringhouder met hoofdzekering
13. voedingskabel
PS920 / PS925
- 4 -
VELLEMAN