8.
Het Oefenen Van de Diepe Cervicale
Flexoren
• Plaats de opgevouwen cel (vastgemaakt met
drukknopen) onder de nek, zodat die het achterhoofd
raakt. Laat de cel niet naar beneden schuiven, naar
het lagere cervicale gebied.
• Vul tot een basislijn van 20 mmHg. (rode streep)
Opmerking: Vul de Stabilisator niet vóórdat hij achter de nek
geplaatst wordt. Omdat de lucht volledig in alle drukcellen van
de zak ingebracht moet zijn, is het nuttig om in de drukzak te
knijpen om zodoende de verdeling van de lucht te
bespoedigen. Vul de zak nogmaals en knijp er nogmaals
zachtjes in. Wellicht dat dit twee of drie keer herhaald moet
worden om de procedure te vervolledigen.
• De beweging die de patiënt moet maken, is
zachtjes met het hoofd knikken, alsof hij/zij "ja" zou
knikken.
• Laat de patiënt de tong tegen het verhemelte
plaatsen en de lippen op mekaar, maar de tanden
mogen elkaar net niet raken. Op die manier zal een
vervanging door het platysma of het tongbeen
belemmerd worden.
• Laat de patiënt zachtjes knikken om te streven naar
22 mmHg; dat is slechts één streepje op de
drukschaal. (groene streep) Kijk of de patiënt die
houding rustig kan aanhouden. Lukt dat, ontspan dan
en herhaal bij elke streefpositie van 24 mmHg tot 30
mmHg. (gele, blauwe en grijze kleurstrook)
• De druk die de patiënt rustig kan aanhouden - met
een minimale oppervlakkige spieractiviteit - is de druk
waarop u het uithoudingsvermogen zult meten,
d.w.z. 10 herhalingen die telkens 10 seconden
aangehouden worden.
Op de rug liggen
(nekoefening)
94