• Kinderen moeten in het oog worden gehouden om te voorkomen dat ze met
het toestel zouden spelen.
• De installateur moet ervoor zorgen dat het systeem tegen lekkage is bevei-
ligd zoals opgelegd door de plaatselijke wetgeving en normen.
- Indien er geen plaatselijke regelgeving voor bestaat, gelden de instructies in
deze handleiding.
• Besteed extra aandacht aan de plaats van de installatie als u het apparaat in
bijvoorbeeld een kelderverdieping wilt plaatsen waar zich makkelijker con-
centraties van het koelgas kunnen voordoen.
• Dit toestel is bedoeld voor gebruik door experts of opgeleide gebruikers in
winkels, in de lichte industrie, op boerderijen of voor commercieel gebruik
door amateurs.
1.2. Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de koel-
vloeistof R410A
Voorzichtig:
• Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een grote
hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van het
nieuwe apparaat verslechtert.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme C1220-koperpijpen (Cu-DHP) als
koelstofpijpen zoals opgegeven in JIS H3300 "Naadloze pijpen en buizen van
koper of koperlegeringen". Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de binnen-
en buitenoppervlakken van de pijpen schoon zijn en vrij zijn van gevaarlijk
zwavel, oxiden, stof/vuil, deeltjes ten gevolge van nasnijden, olieresten,
vocht of andere verontreinigingen.
- Verontreinigingen aan binnenkant van de koelstofpijpen kunnen ervoor zorgen
dat de koelmachine-olieresten verslechteren.
• Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden van
de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd. (Sla elle-
bogen en andere verbindingsstukken op in een plastic zak.)
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechtering
van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
• Gebruik vloeibare koelstof om het systeem af te dichten.
- Indien gasvormige koelstof wordt gebruikt om het systeem af te dichten, zal de
samenstelling van de koelstof in de cilinder veranderen en kunnen de prestaties
verslechteren.
• Gebruik uitsluitend R410A.
- Indien een andere koelstof (R22, enz.) wordt gebruikt, kan het chloor in de koel-
stof ervoor zorgen dat de koelmachine-olie verslechtert.
• Gebruik een vacuümpomp met een keerklep voor terugstroming.
- De olie van de vacuümpomp kan terugstromen in de koelcyclus en kan ervoor
zorgen dat de koelmachine-olie verslechtert.
• Maak geen gebruik van het volgende gereedschap, dat wordt gebruikt bij
gangbare koelstoffen.
(Gasverdeelventiel, vulslang, gaslekdetector, keerklep voor terugstroming,
vulslang voor koelstof, vacuümmeter, apparatuur voor het terugwinnen van
koelstof.)
- Als de gewone koelvloeistof en koelmachineolie met R410A worden vermengd,
kan de koelvloeistof degenereren.
- Als water met R410A wordt vermengd, kan de koelmachineolie degenereren.
- Omdat R410A geen chloor bevatten, worden ze door gaslekdetectoren voor
gewone koelvloeistoffen niet gedetecteerd.
• U dient geen gebruik te maken van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelstof verslechteren.
• Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van het gereedschap.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechtering
van de koelstof als gevolg hebben.
1.3. Voordat u het apparaat installeert
Voorzichtig:
• Installeer dit apparaat niet op een plaats waar het kan worden blootgesteld
aan ontvlambare gassen.
- Wanneer er zich een gaslekkage voordoet en dit gas zich rond het apparaat
ophoopt, kan dit een ontploffing veroorzaken.
• Gebruik de airconditioner niet in een ruimte waar zich voedsel, dieren, plan-
ten, precisie-instrumenten of kunstwerken bevinden.
- De kwaliteit van het voedsel enz., kan nadelig worden beïnvloed.
• Gebruik de airconditioner niet in speciale ruimtes.
- Olie, stoom en zwavelhoudende dampen enz., kunnen de prestaties van de air-
conditioner aanzienlijk verminderen of schade toebrengen aan de onderdelen.
• Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt in een ziekenhuis, communicatie-
station, enz., dient te worden gezorgd voor afdoende bescherming tegen
geluidsoverlast.
- De airconditioner kan foutief werken of in het geheel niet werken omdat het wordt
beïnvloed door omzetapparatuur, een eigen stroomgenerator, hoogfrequente
medische apparatuur of communicatieapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt
van radiogolven. Omgekeerd kan de airconditioner van invloed zijn op zulke
apparatuur omdat het apparaat ruis produceert die een medische behandeling of
het uitzenden van beelden kan verstoren.
• Plaats het apparaat niet zo dat er lekkage kan optreden.
- Wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte meer dan 80 % wordt of wanneer de
afvoerbuis is verstopt, kan er condensatie van het binnenapparaat aflopen. Zorg,
zoals vereist, tegelijk met het buitenapparaat voor afvoering.
• De binnenapparaten moeten tegen het plafond worden gemonteerd op meer
dan 2,5 m van de grond.
1.4. Voordat u het apparaat installeert (verplaatst) -
elektrische bedrading
Voorzichtig:
• Het apparaat aarden.
- Sluit de aardleiding niet aan op een gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of
aardleiding voor de telefoon. Een tekortkoming in de aarding kan elektrische
schokken veroorzaken.
• Sluit het netsnoer zo aan dat er geen spanning op het snoer staat
- Spanning kan er voor zorgen dat het snoer breekt, kan zorgen voor oververhit-
ting en kan brand veroorzaken.
• Zorg dat er, zoals vereist, een stroomonderbreker wordt geïnstalleerd.
- Indien er geen stroomonderbreker wordt geïnstalleerd, kan er een elektrische
schok optreden.
• Gebruik voor de elektrische aansluitingen kabels met voldoende stroomca-
paciteit.
- Kabels met een te lage capaciteit kunnen lekkage, oververhitting en brand ver-
oorzaken.
• Gebruik alleen een stroomonderbreker en zekeringen met de gespecifi-
ceerde capaciteit.
- Een zekering of een stroomonderbreker met een hogere capaciteit of een stalen
of koperen draad kan een algemene storing of brand veroorzaken.
• De onderdelen van de airconditioner mogen niet worden gewassen.
- Het wassen van de onderdelen kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
• Zorg ervoor dat de installatie plaat niet wordt beschadigd door lang gebruik.
- Wanneer schade niet wordt hersteld, kan het apparaat naar beneden vallen en
persoonlijk letsel of schade aan uw eigendommen veroorzaken.
• Installeer de afvoerpijpen overeenkomstig deze installatiehandleiding, zodat
een goede afvoer is gewaarborgd. Zorg ervoor dat de pijpen thermisch
geïsoleerd zijn, om condensatie te voorkomen.
- Gebruik van verkeerde afvoerpijpen kan lekkage en schade aan het meubilair of
andere eigendommen veroorzaken.
• Wees uiterst voorzichtig bij het transport van het product.
- Indien het product meer dan 20 kg weegt, dient het door meer dan één persoon
te worden gedragen.
- Bij sommige producten worden PP-banden bij de verpakking gebruikt. Gebruik
geen PP-banden voor vervoer. Het is gevaarlijk.
- Raak de vinnen van de warmtewisselaar niet aan. Anders zou u zich kunnen snij-
den.
- Wanneer u het buitenapparaat draagt, dient u het op te tillen bij de gespecifi-
ceerde punten aan de onderkant van het apparaat. Ondersteun het buitenappa-
raat eveneens op vier punten zodat het niet opzij kan glijden.
• Wees voorzichtig als u het verpakkingsmateriaal wegdoet.
- Verpakkingsmateriaal zoals klemmen en andere metalen of houten onderdelen
kunnen snijwonden of andere verwondingen veroorzaken.
- Verscheur plastic verpakkingszakken en doe ze weg zodat kinderen er niet mee
kunnen spelen. Als kinderen spelen met een plastic zak die niet gescheurd is,
kan dit verstikkingsgevaar opleveren.
1.5. Voordat u het apparaat laat proefdraaien
Voorzichtig:
• Zet de netspanningschakelaar ruim twaalf uur voordat u de airconditioner
gaat gebruiken aan.
- Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aanzet,
kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende het sei-
zoen waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd aan laten
staan.
• Raak schakelaars nooit met natte vingers aan.
- Het aanraken van een schakelaar met natte vingers kan een elektrische schok
veroorzaken.
• Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan terwijl de airconditioner
werkt of vlak nadat deze heeft gewerkt.
- Terwijl de airconditioner werkt of vlak nadat deze heeft gewerkt, zijn de koelstof-
pijpen soms heet en soms koud, afhankelijk van de toestand van de vloeistof die
circuleert in de pijpen, de compressor en de andere onderdelen van de koelstof-
cyclus. Uw handen kunnen verbranden of bevriezen als u de koelstofpijpen aan-
raakt.
• Gebruik de airconditioner niet wanneer de panelen en beveiligingen zijn ver-
wijderd.
- Roterende onderdelen, hete onderdelen en onderdelen onder hoge spanning
kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
• Zet de netspanning niet onmiddellijk na gebruik van het apparaat uit.
- Wacht altijd tenminste vijf minuten alvorens u de netspanning uit zet. Anders kun-
nen lekkages of storingen ontstaan.
43