Voorzorgsmaatregelen Voor Apparaten Die Gebruik Maken Van Koelvloeistof R410A En R32; Voor De Installatie; Voor De Installatie - Elektriciteitswerken - Mitsubishi Electric CITY MULTI CMB-WM108V-AA Manual De Instalación

Ocultar thumbs Ver también para CITY MULTI CMB-WM108V-AA:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 33
Tijdens de installatie of het transport van de airconditioner, mag deze niet
worden gevuld met een andere koelvloeistof dan op het apparaat is opge-
geven.
- Als de oorspronkelijke koelvloeistof vermengd wordt met een andere koelvloei-
stof of met lucht, kan dit de koelcyclus verstoren en schade aan het apparaat
veroorzaken.
Als de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten er
voorzorgsmaatregelen worden getroffen om te voorkomen dat er zich bij
lekkage van de koelvloeistof concentraties voordoen die de veiligheidsli-
miet overschrijden.
- Informeer bij de verkoper van het apparaat naar de gepaste maatregelen hier-
voor. Als bij lekkage van de koelvloeistof de veiligheidslimiet wordt overschre-
den, levert het zuurstofgebrek dat daardoor in de ruimte ontstaat bijkomend
gevaar op.
Raadpleeg uw verkoper of een erkend installateur als u de airconditioner
wilt verplaatsen en opnieuw installeren.
- Een gebrekkige installatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand tot
gevolg hebben.
Wanneer de installatie is voltooid, moet u controleren of er geen koelgas
ontsnapt.
- Wanneer ontsnapt koelgas in contact komt met een warmtebron kunnen scha-
delijke gassen ontstaan.
Breng geen wijzigingen aan in de beveiligingsmechanismen en laat de
instellingen ervan onveranderd.
- Als de drukregelaar, de warmteregelaar, of een ander beveiligingsmechanisme
wordt uitgeschakeld of geforceerd, of als andere onderdelen worden gebruikt
dan door Mitsubishi Electric wordt opgegeven, kan dit aanleiding geven tot
brand- of ontploffingsgevaar.
Wanneer u het apparaat wilt afdanken, neemt u opnieuw contact op met de
verkoper ervan.
De installateur moet ervoor zorgen dat het systeem tegen lekkage is bevei-
ligd zoals opgelegd door de plaatselijke wetgeving en normen.
- Indien er geen plaatselijke regelgeving bestaat, kiest u de juiste kabeldikte en
schakelaarcapaciteit voor de in deze handleiding beschreven hoofdvoeding.
Besteed extra aandacht aan de plaats van de installatie als u het apparaat
in bijvoorbeeld een kelderverdieping wilt plaatsen waar zich makkelijker
concentraties van het koelgas kunnen voordoen.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen)
met verminderde lichamelijke, sensorische of geestelijke vermogens of
onvoldoende ervaring en kennis, tenzij zij afdoende gecontroleerd worden
of geïnformeerd zijn over het gebruik van het toestel door degene die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is.
Kinderen moeten in het oog worden gehouden om te voorkomen dat ze met
het toestel zouden spelen.
Dit toestel is bedoeld voor gebruik door experts of opgeleide gebruikers in
winkels, in de lichte industrie, op boerderijen of voor commercieel gebruik
door amateurs.
1.2. Voorzorgsmaatregelen voor apparaten
die gebruik maken van koelvloeistof
R410A en R32
Let op:
Gebruik hiervoor niet de bestaande koelleidingen.
- De oude koelvloeistof en koelmachineolie in de bestaande leidingen bevatten
een grote hoeveelheid chloor die de koelmachineolie voor het nieuwe apparaat
kan doen degenereren.
- R410A en R32 zijn hogedrukkoelvloeistoffen die de bestaande leidingen kun-
nen doen barsten.
Maak voor de koelleidingen gebruik van naadloze buizen uit zuurstofvrij
roodkoper. Daarnaast moeten de binnen- en buitenkant van de leidingen
vrij zijn van zwavel, oxiden, vuil en stof, vijlsel, olie, vocht, of om het even
welke andere contaminant.
- Verontreinigende stoffen in de koelleidingen kunnen de koelmachineolie doen
degenereren.
Sla voor de installatie ervan de leidingbuizen binnen op en houd de
buiseinden afgesloten tot net voor het solderen. (Bewaar ellebogen en
andere koppelingen in een plastic zak.)
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, kunnen leiden tot degeneratie
van de olie en compressorpannes.
Breng een kleine hoeveelheid esterolie, etherolie of alkylbenzeen aan op
opgetrompte buiseinden. (binnenunit)
- Vermenging met een grote hoeveelheid mineraalolie kan de koelmachineolie
doen degenereren.
Gebruik uitsluitend R410A of R32.
- Als een andere koelvloeistof (R22 bijvoorbeeld) wordt vermengd met R410A of
R32, kan de chloor in de koelvloeistof de koelmachineolie doen degenereren.
Gebruik een vacuümpomp met een terugslagklep.
- Als er vanuit de vacuümpomp olie terugvloeit in de koelcyclus, kan die de koel-
machineolie doen degenereren.
52
Maak geen gebruik van de volgende onderdelen die voor gewone koel-
vloeistoffen worden gebruikt.
(Verdeelstuk met drukmeter, vulslang, gaslekdetector, terugslagklep, vul-
station voor koelvloeistof, onderdelen voor koelvloeistofrecuperatie.)
- Als de conventionele koelvloeistof en koelmachineolie met de R410A of R32
worden vermengd, kan de koelvloeistof degenereren.
- Als water met R410A of R32 wordt vermengd, kan de koelmachineolie degene-
reren.
- Omdat R410A of R32 geen chloor bevat, wordt het niet gedetecteerd door gas-
lekdetectoren voor conventionele koelvloeistoffen.
Koelmiddel R32 is brandbaar. Gebruik geen detector voor open vuur.
Maak geen gebruik van een vulcilinder.
- Door gebruik te maken van een vulcilinder kan de koelvloeistof degenereren.
Maak geen gebruik van antioxidanten of additieven voor lekkagedetectie.
Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van het gereedschap.
- Stof, vuil of water dat in de koelcyclus geraakt, kunnen leiden tot degeneratie
van de koelvloeistof.

1.3. Voor de installatie

Let op:
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar ontvlambare gassen kunnen
vrijkomen.
- Een ophoping van ontvlambare gassen rond het apparaat kan een ontploffi ng
tot gevolg hebben.
Gebruik de airconditioner niet in een ruimte waarin zich eetwaar, huisdie-
ren, planten, precisie-instrumenten of kunstwerken bevinden.
- De werking van de airconditioner kan op deze een nadelige invloed hebben.
Gebruik de airconditioner niet in speciale omgevingen.
- Olie, stoom, zwaveldampen, enz. kunnen de werking van de airconditioner
aanzienlijk verminderen of onderdelen ervan beschadigen.
Als het apparaat in bijvoorbeeld een ziekenhuis of zendstation wordt
geplaatst, moet voor voldoende afscherming tegen ruis worden gezorgd.
- Geluidsdruk overschrijdt niet de 70 dB(A). Inverter apparatuur, een eigen gene-
rator, hoogfrequente medische apparatuur, of radio-communicatie-apparatuur
kunnen echter een verkeerde werking of defect van de airconditioner veroorza-
ken. Anderzijds kan de airconditioner deze apparatuur nadelig beïnvloeden
door de productie van ruis die de medische of zendapparatuur verstoort.
Plaats het apparaat niet in een constructie die vochtafzetting in de hand
kan werken.
- Wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte meer dan 80% wordt of wanneer de
afvoerbuis is verstopt, kan er condensvocht uit de binnenunit of de HBC Con-
troller druipen. Zorg voor een collectief afvoersysteem voor binnen- en buiten-
units.
Installeer de unit niet op plaatsen waar corrosief gas kan ontstaan.
- Wanneer dit toch gebeurt, kunnen de buizen corroderen, met lekkage van koel-
middel en brand tot gevolg.
Controleer of de markeringen op de unit nog leesbaar zijn.
- Onleesbare waarschuwingen of aanmaningen tot voorzichtigheid kunnen tot
schade aan de unit leiden en daardoor tot letsel.

1.4. Voor de installatie - elektriciteitswerken

Let op:
Sluit het apparaat op de aardleiding aan.
- Maak voor de aarding geen gebruik van gas- of waterleidingen, bliksemafl
eider- of telefoonkabels. Een gebrekkige aardverbinding kan tot elektrische
schokken leiden.
Sluit de voedingskabel zo aan dat er nadien geen trekkracht op staat.
- Door de trekkracht kan een kabel breken en brand veroorzaken.
Plaats een stroomverliesschakelaar.
- Zonder stroomverliesschakelaar kunnen zich elektrische schokken voordoen.
Gebruik uitsluitend stroomkabels die over voldoende capaciteit beschik-
ken.
- Te dunne kabels kunnen oververhit raken en brand veroorzaken.
Gebruik alleen stroomonderbrekers en zekeringen met de voorgeschreven
capaciteit.
- Zekeringen en stroomonderbrekers met een hogere capaciteit, of het plaats-
vervangend gebruik van een metaal- of koperdraad, kunnen storingen of brand
veroorzaken.
De units mogen niet worden gewassen.
- Door dit wel te doen kan een elektrische schok optreden.
Controleer de installatieplaat regelmatig op slijtage en beschadigingen.
- Als de schade niet wordt verholpen, kan het apparaat loskomen en vallen, wat
lichamelijk letsel of bijkomende schade tot gevolg kan hebben.
Plaats de afvoerleidingen volgens de instructies in deze installatiehandlei-
ding. Omwikkel de leidingen met thermisch isolatiemateriaal om condens
te voorkomen.
- Gebrekkig geplaatste afvoerleidingen kunnen gaan lekken en waterschade
veroorzaken.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido