METING
Bind de manchet om
1. Verwijder alle accessoires (horloge,
armband, etc.) van uw pols. Als uw arts
bij u een slechte bloedsomloop in uw
pols heeft vastgesteld, gebruik dan de
andere pols.
2. Rol of stroop uw mouw op om de huid
bloot te leggen.
3. Bind de manchet om uw pols met uw
handpalm naar boven gericht.
4. Plaats de rand van de manchet
op ongeveer 1 tot 1,5 cm van de
polsgewrichten.
5. Bevestig de polsmanchet om uw pols
en laat daarbij geen extra ruimte
tussen de manchet en uw huid. Als de
manchet te los zit, zal de meting niet
nauwkeurig zijn.
6. Ga comfortabel zitten en leg de pols met
de manchet op een vlakke ondergrond.
Plaats uw elleboog op een tafel zodat
de manchet zich ter hoogte van uw hart
bevindt. Houd uw handpalm naar boven
gericht. Ga rechtop zitten in een stoel en
haal 5 tot 6 keer diep adem.
7. Patiënten met een hoge bloeddruk:
• Het midden van de manchet moet op
dezelfde hoogte zijn geplaatst als
de rechterboezem van het hart. Zorg
voordat u met meten begint, dat u
comfortabel zit, met de benen open, uw
voeten plat op de grond en uw rug en
pols ondersteund.
• Rust 5 minuten uit voor u de meting
uitvoert.
• Wacht minstens 3 minuten tussen de
metingen, zodat uw bloedsomloop zich
kan herstellen.
• Voer de meting uit in een stille ruimte.
• De patiënt moet zich zoveel mogelijk
ontspannen en niet bewegen en praten
tijdens de meting.
• De manchet moet op dezelfde hoogte
zijn geplaatst als de rechterboezem van
het hart. Sla uw benen niet over elkaar
en houd uw voeten op de grond.
• Rust met uw rug tegen de rugleuning
van de stoel.
• Probeer voor een zinvolle vergelijking
te meten onder
vergelijkbare
omstandigheden.
Voer bijvoorbeeld
dagelijkse
metingen uit
op ongeveer
hetzelfde tijdstip,
om dezelfde pols of zoals
voorgeschreven door een arts.
125 I NL