76
nederlands
3. Toepassing
De Biral circulatiepompen van de serie
A 12, A 13, A 14, A 15, A 16, A 401, A 500, AD 401
AW 15, AW 16, AW 401
A 12 KW, A 13 KW, A 14 KW, A 15 KW, A 16 KW, A 401 KW, A 500 KW
AD 401 KW
worden gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen
in gesloten circulatiesystemen
− in verwarmingsinstallaties: serie A...
− in koel-, klimaat-, en koude-installaties: serie A ... KW
− in drinkwaterinstallaties: serie AW...
Alle series zijn geschikt voor gebruik in installaties met
− variabele volumestroom (in geregeld bedrijf)
− constante volumestroom
(met optimale instelmogelijkheden van het werkpunt)
− externe toerentalinstelling
3.1 Eisen aan het te verpompen medium
− schoon, dunvloeibaar, niet explosieve vloeistof
− geen vaste of langdradige bestanddelen
of mengsels met minerale olie
Extra eisen voor verwarmingsinstallaties
en koel-, klimaat- en koude-installaties:
− verwarmingswater met de gebruikelijke waterkwaliteit
(bijv. VDI 2035)
− water/glycol mengsels met max. 50% glycolaandeel.
Extra eisen aan drinkwaterinstallaties:
− Toelaatbare waterhardheid: max. 35 °fH (20 °dH)
3.2 Bedrijfstemperatuur/Bedrijfsdruk
Toelaatbare mediumtemperatuur:
− Serie A...
(verwarmingsinstallaties) +15 °C tot 95 °C, kortstondig 110 °C
− Serie A...KW
(koel-, klimaat- en koude-installaties) –10 °C tot 95 °C
− Serie AW...
(drinkwaterinstallaties) +15 °C tot 85 °C
Toelaatbare bedrijfsdruk: max. 10 bar
Omgevingstemperatuur: max. 40°C
Verdere gegevens zie hoofdstuk 11
De pomp mag niet voor het verpompen
van brandgevaarlijke vloeistoffen zoals
bijv. dieselolie en benzine toegepast
worden.
Pompen van de serie A.. (verwarmingsinsallaties)
en A ... KW (klimaatinstallaties) mogen niet
in installaties voor levensmiddelen toegepast
worden.
(watertemperatuur beneden 65 °C)
max. 25 °fH (14 °dH)
(watertemperatuur beneden 85 °C)