De motor kan niet worden gestart
Controle
Mogelijke oor-
zaak
Startpal(len).
Geblokkeerde
of versleten
startpal(len).
Brandstoftank.
Verkeerd type
brandstof.
Carburateur.
Afstelling van
het stationair
toerental.
Ontsteking
Bougie vies of
(geen vonk).
nat.
De elektrode-
nafstand op de
bougie is niet
juist.
Bougie is los.
Er is onge-
wenst materiaal
Bougie.
aanwezig op de
elektroden van
de bougie.
De motor start, maar stopt weer
Controle
Mogelijke oor-
zaak
Brandstoftank.
Verkeerd type
brandstof.
Carburateur.
De motor werkt
niet naar beho-
ren bij station-
air toerental.
Luchtfilter.
Verstopt lucht-
filter.
Transport en opslag
WAARSCHUWING: Om brandgevaar te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er
geen lekken of dampen zijn tijdens transport
230
Oplossing
Verstel of vervang de startpal(len).
Reinig het gebied rondom de startpal(len).
Neem contact op met een erkende servicedealer.
Tap de brandstoftank af en vul deze met de juiste brandstof.
Stel het stationair toerental af met de stelschroef.
Zorg ervoor dat de bougie droog en schoon is.
Bougie reinigen. Controleer of de afstand tussen de elektroden juist is. Zorg er-
voor dat de bougie is uitgerust met een onderdrukker.
Zie de technische gegevens voor de correcte elektrodenafstand.
Draai de bougie vast.
Zorg dat het brandstofmengsel correct is.
Zorg dat het luchtfilter schoon is.
Oplossing
Tap de tank af en gebruik de juiste brandstof.
Neem contact op met uw servicedealer.
Maak het luchtfilter schoon.
Transport en opslag
of opslag. Zorg ervoor dat er geen risico op
vonken of brand bestaat.
•
Leeg de brandstoftank voordat het product wordt
vervoerd of gedurende lange tijd wordt opgeslagen.
Druk op de primerbalg van de brandstofpomp om
1246 - 002 - 24.03.2020