Algemeen
Verwijder de ontstekingskabel en de bougie voor
inspectie en onderhoud. Hou al uw lichaamsdelen uit de
buurt van hete oppervlakken.
Carburateur
Afstelling van het stationair toerental
Voor met het afstellen wordt begonnen, moet het
luchtfilter schoon zijn en het luchtfilterdeksel gemonteerd
zijn.
350BT
Het in de fabriek ingestelde stationaire toerental is: 2200
rpm.
530BT
Het in de fabriek ingestelde stationaire toerental is: 3000
rpm.
Gebruik de afstelschroef bij de bovenrand van de
carburateur als het stationair toerental moet worden
aangepast.
Geluiddemper
De geluiddemper is ontworpen om het geluid van de
machine te reduceren, en om de uitlaatgassen van de
gebruiker weg te richten. De uitlaatgassen zijn zeer heet
en bevatten vonken die droge en ontvlambare materialen
in brand kunnen steken.
De geluiddemper is uitgerust met een speciaal
vonkenopvangnet. Het vonkenopvangnet moet een keer
per maand worden schoongemaakt. Gebruik bij voorkeur
een stalen borstel.
(4)
(3)
(5)
(5)
530BT
Ga als volgt te werk om het vonkenopvangnet te
verwijderen:
•
Verwijder het uitlaatkanaal (4, 5).
•
Verwijder de vonkenvanger (3).
•
Trek het vonkenopvangnet weg en maak het met een
staalborstel schoon. Vervang het vonkenopvangnet
als het kapot is.
•
Verwijder eventuele koolafzettingen van de in- en
uitlaat van de geluiddemper en van de uitlaatopening
van de cilinder.
142 – Dutch
ONDERHOUD
(3)
(4)
350BT
N.B.! Gebruik de machine nooit als de geluiddemper in
slechte staat is.
Controleer regelmatig of de geluiddemper heel is en of
deze goed vast zit. Draai de bouten vast.
•
350BT 8-12 Nm. (1)
•
530BT 7-11 Nm. (2)
(2)
530BT
Controleer of de vonkenvanger en het uitlaatkanaal goed
op hun plaats zijn geschroefd (5). Draai vast tot 2-3 Nm.
WAARSCHUWING! De geluiddemper
!
wordt zeer heet, zowel tijdens het
gebruik als na het stoppen. Dit geldt ook
bij stationair draaien. Aanraking kan
brandwonden aan de huid veroorzaken.
Denk om het brandgevaar!
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
•
Koelflenzen op de cilinder.
•
Luchtinlaatrooster
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met
een borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in
moeilijke omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt
koelsysteem leidt tot oververhitting van de machine
waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen
worden. Controleer of de mondstukken niet geblokkeerd
zijn.
(1)
(1)
350BT