Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de
machine gevaar opleveren. De machine kan ernstig letsel veroorzaken aan de
bediener en omstanders; voor redelijke veiligheid en efficientie bij het gebruik van
de grasmaaier, dienen de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig
te worden opgevolgd. De bediener draagt de verantwoordelijk voor het opvolgen
van de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften, die in deze handleiding en op
de grasmaaimachine vermeld staan. De maaier alleen gebruiken als de door de
fabrikant geleverde grasbak of bescherming op zijn plaats is aangebracht.
Verklaring van symbolen op uw Husqvarna
Royal 50S, 50SE en 50SBBC
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de
gebruiker aandachtig door, zodat u
volledig vertrouwd bent met de
verschillende bedieningselementen
en de werking daarvan.
Zorg, dat de maaimachine tijdens
het maaien altijd in contact blijft met
de grond. Als de machine wordt
opgetild of gekanteld, kunnen er
onder hoge snelheid stenen naar
buiten worden geworpen.
Zorg, dat omstanders uit de buurt
blijven. Gebruik de maaimachine
niet als er zich mensen, en vooral
kinderen of huisdieren, op het te
maaien terrein bevinden.
Wees voorzichtig met uw voeten
en handen. Houd uw handen of
voeten veilig uit de buurt van
het roterende mes.
Alvorens onderhoud uit te voeren
aan de machine of de machine te
reinigen of af te stellen, of wanneer
de machine gedurende langere tijd
niet zal worden gebruikt, dient de
bougie te worden verwijderd.
Het mes blijft nog een tijdje
roteren nadat de machine
uitgeschakeld werd. Wacht totdat
alle machine-onderdelen volledig
STOP
stilliggen voordat u ze aanraakt.
Algemeen
1. De grasmaaimachine mag nooit worden
gebruikt door kinderen of personen die niet op
de hoogte zijn van de instructies voor gebruik.
Volgens plaatselijke wettelijke voorschriften kan
er een minimum leeftijd van toepassing zijn
voor bedieners van deze machine.
2. De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik
op de wijze waarop en voor de doeleinden die in
deze instructies worden beschreven.
3. Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of
onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen.
NEDERLANDS - 1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4. De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor
eventuele ongevallen of gevaren die worden
veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom.
Veiligheid van brandstof
WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar
-
Benzine dient te worden bewaard in een
speciaal voor dit doel bestemde container.
Over het algemeen zijn plastic containers
ongeschikt voor dit doel.
-
De tank dient altijd buitenshuis te worden
bijgevuld en er mag niet worden gerookt.
-
De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT
de motor wordt gestart. De tankdop mag nooit
wordenJ3 geopend en de tank mag ook niet
worden bijgevuld als de motor loopt of heet is.
-
Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor
niet worden gestart en dient de machine uit de
buurt van de gemorste vlek te worden geduwd;
elke vorm van ontsteking moet worden
vermeden totdat de vlek geheel is vervlogen.
-
Zorg, dat de tankdop en dop van de
container altijd goed vast worden gedraaid.
-
Voordat u de motor start, dient u de machine
uit de buurt te duwen van de plaats waar u
de tank heeft bijgevuld.
Veiligheidsprocedure voor het opladen van
de batterij (Royal 50SE)
1. Controleer de kabel van de lader regelmatig
op tekenen van beschadiging of slijtage.
2. Gebruik de grasmaaier nooit als de kabel
van de lader niet in goede staat verkeert.
3. Probeer nooit andere producten op te laden
met de lader van dit apparaat.
4. Probeer deze accu nooit op te laden met de
lader van een ander apparaat.
5. De accu moet op een veilige plaats worden
opgeladen, waar niemand op de apparatuur
kan staan of erover kan struikelen.
6. De ruimte dient goed geventileerd te zijn.
7. Tijdens het opladen wordt de lader warm. Dit
is normaal en duidt erop dat de lader goed
werkt.
8. Tijdens het opladen mogen de accu en de
lader niet worden afgedekt.
9. Zorg, dat de lader noch de accu worden
blootgesteld aan vocht.
10.Vermijd extreme temperaturen.
11. De lader werkt niet in temperaturen onder
het vriespunt of boven 40
12.Veroorzaak geen kortsluiting tussen de
accupolen.
0
C.