De accu opladen (UITSLUITEND 43SE)
N1 - Kabelbundel
N2 - Laadpunt
N3 - Dop
1. Stop de grasmaaimachine.
2. Maak de bougiekabel los.
3. Verwijder de dop van het laadpunt aan de onderkant
van de kabelbundel (N).
4. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting
van de accu-kabelbundel.(N)
5. Steek de stekker van de lader in een gewoon
stopcontact.
6. De accu wordt nu geladen.
7. Laat de accu gedurende 24 uur opladen.
8. Als de accu is geladen, kan de lader uit het
stopcontact en het laadpunt worden verwijderd. (N)
9. Plaats de dop weer op het laadpunt.(N)
10. De machine kan weer worden gebruikt.
INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU
De producten van Husqvarna Outdoor Products worden
geproduceerd volgens EMS (ISO 14001), waarbij, waar
dit uitvoerbaar is, gebruik wordt gemaakt van
componenten die zijn geproduceerd op de meest
milieuvriendelijke manier volgens de werkijzen van het
bedrijf en met de mogelijkheid om aan het einde van de
levensduur van het product gerecycled te worden.
•
De verpakking kan gerecycled worden en plasic
componenten zijn van een label voorzien (voor
zover dat mogelijk was) voor recycling op categorie.
•
Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen
bij het weggooien van een product aan het einde
van de levensduur.
•
Indien nodig, kunt u kontakt opnemen met de
gemeentelijke autoriteit voor informatie over de
verwerking.
VERWERKING VAN ACCU'S
•
De accu dient naar een erkend onderhoudsbedrijf of
naar uw plaatselijke recyclingstation te worden
gebracht.
•
Gooi lege accu's NIET weg bij het huishoudelijk
afval.
•
Loodzwavelzuuraccu's kunnen schadelijk zijn
voor het milieu en dienen te worden verwerkt via
de erkende recyclingfaciliteit in
overeenstemming met de Europese regelgeving.
•
Gooi een accu NIET weg in water.
•
NIET verbranden.
VERWERKING VAN BRANDSTOFFEN EN
SMEEROLIËN
•
Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
•
Voorkom contact met de huid.
•
Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
•
Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit
voor informatie over het dichtstbijzijnde recycling-
/verwerkingsstation.
•
Gooi brandstoffen en oliën NIET weg met het
huishoudelijk afval.
•
Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn schadelijk
voor het milieu en dienen te worden verwerkt via
de erkende recyclingfaciliteiten.
•
Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën NIET weg
in water.
•
NIET verbranden.
NEDERLANDS - 5
ONDERHOUD
Accu vervangen
1. De accu bevindt zich onder een dekplaat achter de
motor.
2. Stop de grasmaaimachine en maak de bougiekabel
los.
3. Verwijder de schroeven van de dekplaat.
4. Verwijder de dekplaat om de accu te kunnen
verwijderen.
BELANGRIJK - Nieuwe accu's moeten vóór gebruik
eerst worden geladen.
Zorg, dat de lader en de accu niet worden
blootgesteld aan vocht.
Het accu-pak kan worden vervangen door de accu
uit zijn behuizing los te maken en het accu-pak
vervolgens los te koppelen van de accukabels.
Algemene richtlijnen voor laadbare accu's
1. Laadtijd bedraagt 24 uur.
2. Bij normaal gebruik wordt de accu opgeladen door
de motor.
3. Om de accu in optimale conditie te houden, dient
deze minstens één keer per 6 maanden te worden
opgeladen.
4. Als de accu minder vaak wordt opgeladen, kan dit
de levensduur nadelig beinvloeden.
5. Bescherm de voedingskabel. De accu mag nooit
aan de elektrische kabel worden opgetild of
gedragen.
6. Een oude accu die snel leegraakt nadat deze
gedurende 24 uur is opgeladen, moet waarschijnlijk
worden vervangen.
7. Probeer nooit de kast van de batterij te openen.
8. Reinig de accu uitsluitend met een zachte droge
doek.
9. Reinig de accu nooit met een vochtige doek of met
brandbare vloeistoffen zoals benzine, spiritus,
oplosmiddelen, enz.
10. Gooi oude accu's op juiste en veilige wijze weg.
De motorremkabel dient altijd zodanig afgesteld te
sijn dat de motor binnen 3 sek. stopt.
LET OP! Gebruik voor het afstellen een erkende
dealer.
Aan het einde van het maaiseizoen
1. Vervang, indien noodzakelijk, het maaimes en de
bouten, moeren of schroeven.
2. Reinig de maaimachine grondig.
3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw
plaatselijke service-centrum, en laat daar indien
noodzakelijk ook de benodigde service- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
4. Tap alle olie en benzine in de motor af.
De maaimachine opbergen
1. Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op.
2. Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om
potentieel brandgevaar te vermijden.
3. Reinig uw maaimachine.
4. Berg de machine op een koele, droge plaats op
waar de maaier niet kan worden beschadigd.