Sluit het audiosysteem aan op de ingang AUX IN op het achterpaneel en druk op de toets
PHONO/AUX IN. Start het afspelen via het aangesloten apparaat.
USB-BEDIENING
1. Druk eerst op de toets CD/USB en de toets FUNCTION om de USB-modus te openen. '---' en
het USB-icoontje zullen verschijnen.
2. Sluit een USB-flasheenheid in de USB-poort.
3. De functies START/PAUZE/OPMLAAG/OMHOOG werken hetzelfde als de CD-functies.
AFSPELEN IN MP3-MODUS (CD/USB)
1. Druk op de toets PLAY/PAUSE om het afspelen van de geselecteerde track te starten of
pauzeren.
2. Tijdens het afspelen van een track, zullen het tracknummer en foldernummer van de
geselecteerde track op de display worden weergegeven.
3. U kunt het afspelen op elk gewenst moment stoppen door op de toets STOP te drukken.
TRACKS OVERSLAAN EN SPOELEN IN CD/USB-MODUS
Druk in CD/USB-afspeelmodus meerdere keren op de toets UP/F.F (
voorpaneel of op de afstandsbediening om van track te veranderen. Houd de toets UP/F.F (
DN/F.R (
) ingedrukt om een track vooruit of terug te spoelen. U kunt 10 tracks vooruit of terug
overslaan door op TRACK-10 of TRACK+10 op de afstandsbediening te drukken.
USB-OPNAME
1. CD-opname
Steek de USB-flashdrive in de USB-poort. Druk vervolgens op de toets CD/USB. Plaats uw
CD in de CD-houder en speel de track af die u wilt opnemen. Druk tweemaal op de toets
RECORD om de opname te starten. Als de CD volledig wordt afgespeeld, zullen alle tracks
worden opgenomen.
OPMERKING: De opname zal mislukken als u tijdens de opname op de toets STOP drukt
2. MP3-disks opnemen
78
) of DN/F.R (
) op het
) of