Display-module
Afhankelijk van het type voertuig verschilt de pen-stand
van de ISO-stekker. Sluit *6 en *7 aan wanneer pen 5 voor
de besturing van de antenne wordt gebruikt. Bij andere
typen voertuigen mogen *6 en *7 nooit worden aangesloten.
Zie pagina 12.
GUIDE ON
SYSTEM REMOTE
CONTROL
Zie pagina 13.
Geel/zwart
Wanneer u een draagbare telefoon gebruikt, sluit deze dan
via de audio mute-draad aan op deze punten. Is dit niet het
geval, verbindt dan niets met de audio mute-draad.
Opmerking:
De audiobron wordt op mute of zacht gezet,
terwijl de stembegeleiding van de navigatie niet
wordt gedempt of verzwakt. Zie voor nadere
gegevens de "Bedieningshandleiding".
Lichtgroen
Zie pagina 11.
Opmerking:
Wanneer de auto-antennefunctie wordt gebruikt door
de blauwe draad aan te sluiten op het voertuig met de
auto-antennefunctie, wordt de auto-antenne ontkoppeld
van het voertuig door het voorpaneel los te maken of
het contactslot uit te zetten.
Blauw (*6)
Blauw (*7)
Naar de regelklem van het auto-antennerelais
(max. 300 mA 12 V DC).
Opmerking:
De snoeren voor dit product kunnen voorzien zijn
van andere kleuren dan die van andere producten,
zelfs wanneer ze dezelfde functie hebben. Wanneer
dit product wordt aangesloten op een ander product,
raadpleeg dan de bij beide producten meegeleverde
gebruiksaanwijzingen en sluit snoeren op elkaar aan
die dezelfde functie hebben.
10