NL
De vereiste tegendruk wordt ingesteld door aan de instelhendel te draaien tijdens
rustdruk (nul verbruik) (Fig. a).
Hiertoe zijn er 2 mogelijkheden:
1) Instelling met behulp van de instelschaal
De instelling is mogelijk zonder werkdruk! De aan beide zijden zichtbare instelschaal
geeft een indicatie van de benodigde insteldruk.
Draai de bevestigingsschroef op de afstelhendel los (niet uitschroeven!) door deze
naar links te draaien. Als u de afstelhendel met de klok mee draait, wordt de uitlaat-
druk verhoogd en als u deze tegen de klok in draait, wordt deze verlaagd. Controleer
indien nodig de druk met een manometer. Draai nu de bevestigingsschroef weer vast.
2) Instelling door middel van een manometer
De instelling is alleen mogelijk met werkdruk!
Sluit de watertoevoer af en ontlast de klep aan de uitlaatzijde, bijv. door water te
onttrekken en zorg ervoor dat er geen verdere afname plaatsvindt. Draai de beves-
tigingsschroef op de afstelhendel los (niet uitschroeven!) door deze naar links te
draaien. Als een instelling onder de 3 bar (d.i.de fabrieksinstelling) gewenst is, draai
dan de instelhendel naar links tot de veer volledig ontlast is. Herstel nu de water-
toevoer en draai de instelhendel naar rechts tot het gewenste setpoint is bereikt.
Als een instelling boven 3 bar (fabrieksinstelling) gewenst is, herstel dan onmiddel-
lijk de watertoevoer en draai de instelhendel naar rechts tot het gewenste setpoint
is bereikt. Bij het maken van de instelling moet er rekening mee worden gehouden
dat de uitlaatdruk die is ingesteld op nulverbruik nog steeds zal afnemen wanneer
water wordt onttrokken als gevolg van druk- en wrijvingsverliezen, afhankelijk van
de afnamehoeveelheid.
52
5. Werking
De drukregelaar D1 moet worden gebruikt zoals bedoeld, in perfecte staat en op
een veiligheids- en gevarenbewuste manier. Bij het gebruik moet rekening worden
gehouden met de EN 806 en DIN 1988-200, evenals met lokale normen en voor-
schriften. De vereiste tegendruk wordt ingesteld door aan de instelhendel te draaien
en de instelschaal af te lezen tijdens rustdruk (nulverbruik). Met de manometer, die
zich optioneel stroomafwaarts bevindt, kan de ingestelde afwaartse druk worden
gecontroleerd. Onder de juiste werking van een technisch systeem valt ook regel-
matig onderhoud; dit moet altijd worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
6. Onderhoud
Volgens DIN EN 806-5 moet ten minste een jaarlijkse inspectie en onderhoud wor-
den uitgevoerd om mogelijke storingen te verhelpen die het gevolg kunnen zijn
van vervuiling, corrosie, verkalking en natuurlijke slijtage. Dit interval kan worden
verkort afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. Tijdens dit onderhoud / inspec-
tie moet de zeef worden gereinigd, de klepinzet moet worden gecontroleerd om er
zeker van te zijn dat deze in perfecte staat is; controleer vervolgens de uitlaatdruk
bij nuldebiet en piekdebiet op juistheid. De functie van de klep moet worden gecon-
troleerd na lange perioden van inactiviteit.
Opgelet !!!
Bij montagewerkzaamheden aan de drukregelaar moet het betreffende deel van de
installatie drukloos worden gemaakt en, afhankelijk van het medium, worden geledigd.
Verwijderen van het ventielinzetstuk
1. Sluit de watertoevoer af en maak de klep drukloos.
2. Draai de bevestigingsschroef op de afstelhendel los (niet uitschroeven) door
deze linksom te draaien.
NL
53