Kengetallen van het toestel
Aanduiding: VULSTATION art.-nr. 6000 3910
Max. druk: 10 bar
Werkdruk: 6 - 8 bar
Vulvolume: 400 ml
Veiligheidsinstructies
Toestel en spuitbus op zichtbare beschadigingen controleren.
Druk aan de manometer aflezen – druk mag max. 10 bar bedragen.
Controleren dat toestel en producttank/-bus veilig staan.
LET OP:
Bij het gebruik van chemische middelen de geldende veiligheidsrichtlijnen opvolgen.
Alleen toegelaten producten verwerken.
Geen alkalische of zuurhoudende middelen verwerken.
Tegen opwarming van boven de 50 °C beschermen.
Bij het gebruik van het vulstation in combinatie met brandbare spuitmiddelen:
Voor ingebruikneming het vulstation aarden.
Het vulstation vormt in combinatie met de bijbehorende spuitbussen een gesloten systeem.
Vulstation meteen buiten gebruik nemen als er vloeistof uit de behuizing lekt of een andere
ondichtigheid wordt vastgesteld. Door het vrijkomen van brandbare vloeistoffen kunnen
gas-lucht-mengsels onstaan die kunnen ontvlammen.
In de omgeving van het vulstation is het gebruik van open vuur, sigaretten e.d. verboden.
Door het vulstation ontstaat geen statische oplading.
Zie testrapport 70060345 d.d. 8.1.2005
- Controle op statische oplading doorgevoerd
door TÜV-Produkt Service GmbH, Frankfurt.
Het testrapport is beschikbaar en wordt op verzoek opgestuurd.
Brandbare spuitmiddelen:
Niet tegen vlammen of op gloeiende voorwerpen sproeien. Tegen invallende zonnestralen
en temperaturen van boven 50 ° C beschermen. Buiten bereik van ontstekingsbronnen
houden. Niet roken. Niet aan kinderen geven. Zonder toereikende ventilatie kan bij het
verwerken een ontplofbaar mengsel ontstaan.
Let daarbij op de wettelijke bepalingen m.b.t.
het gebruik van brandbare stoffen!
Het vulstation mag in omgevingen met ontploffingsgevaar alleen in zone 1 of 2 volgens BGR
132 worden geplaatst.
Zone 1:
Omvat omgevingen waarin met het feit rekening moet worden gehouden dat gevaarlijke
ontplofbare atmosferen door gazen, dampen of nevels incidenteel optreden.
Zone 2:
Omvat omgevingen waarin met het feit rekening moet worden gehouden dat gevaarlijke ontplof-
bare atmosferen door gazen, dampen of nevels slechts zelden en dan slechts kort optreden.