Vul de tank voor ongeveer een kwart met schoon wa-
ter.
Schud de tank voorzichtig heen en weer en maak zo de
binnenkant schoon.
Giet de tank weer leeg.
Als er nog resten vuil water in de tank zitten, maak hem
dan nog een keer schoon.
Reinig de afvoeropening en de afsluitklep van de vuil-
watertank met een doek, zodat de tank altijd goed ge-
sloten kan worden.
8.2. Reinigingsborstels en wisser schoonmaken
Maak de borstel en de wisser telkens na het reinigen schoon. Ga hiervoor als volgt
te werk:
Schakel het apparaat uit en koppel het laadstation los
van het elektriciteitsnet.
Haal de watertank uit het apparaat.
DE
FR
NL
ES
IT
27