Naaien
138 van 260
10.15.2.
Knoopsgaten met garenversterking
Bij knoopgaten die aan grotere belastingen worden blootge-
steld is het zinvol het knoopsgat met een draad (haak-, meel-
oop- of knoopsgatgaren) te versterken.
TIP
Gebruik voor knoopsgaten met meeloopgaren alleen de
knoopsgatprogramma's met rechte uiteinden.
Snijd een eind meeloopgaren dat is aangepast aan de
grootte van het knoopsgat af en leg dat om de knoopsgat-
voet heen.
Haak het garen in de doorn achter aan de persvoet en leid
het garen vervolgens naar voren en knoop het vast aan de
voorste doorn.
Naai het knoopsgat op de gebruikelijke manier. Let er daar-
bij op dat de steken meeloopgaren volledig omsluiten.
Als het knoopsgatprogramma beëindigd is, haalt u het
naaigoed uit de naaimachine en snijdt u de uitstekende uit-
einden van het meeloopgaren dicht bij het naaiwerk af.
TIP
Het gebruik van meeloopgaren vereist enige oefening. Maak
enkele knoopsgaten op een oefenlapje om de procedure te le-
ren.
10.16.
Knopen en oogjes aannaaien
Met de doorzichtig blauwe persvoet kunnen moeiteloos kno-
pen, haakjes en oogjes worden aangenaaid.
Kies het knoopsgatprogramma en stel de steekbreedte op
basis van de afstand van de gaten.
Laat de stoftransporteur (33) zakken met de hendel (21)
aan de achterzijde van de machine.
Persvoet: .................................................................Voet voor aannaaien van knopen
Persvoetindicator: ..............................................................................................................O
Programma: ........................................................................................................................ 91
Steeklengte: ..........................................................................................................................0
Steekbreedte: ............................................................................................................. 2 tot 7
Laat de persvoethendel zakken en plaats daarbij de knoop
zo tussen stof en persvoet dat de zigzagsteek in de gaten
van de knoop valt, zoals in de afbeelding te zien is.
Controleer de juiste positie van de knoop door het hand-
wiel (26) met de hand te draaien. De naald moet precies
in de gaten van de knoop steken om beschadiging van de
naald te vermijden. Indien nodig, verandert u de breedte
van de zigzagsteek.