Storing zoeken
Verschijnsel
Van de CFM regelaar
Geen
knippert een LED van
radiografische
een uitgang gelijktijdig
verbinding.
met de LED van de
Ruimte is te
master-/slaveregelaar.
warm of te
koud.
Het alarmsymbool in
de display van de
CFZ knippert.
de zoemer gaat.
(vooropgesteld dat de
jumper naar ""ON""
is omgezet)
Ruimtetem-
peratuur onder
de 6
De LEDs van een
Geen warmte.
volledige rij branden
constant.
De LED achter het
Ruimte te koud
frontpaneel van de
of te warm.
ruimtethermostaat
knippert niet tijdens
de testfunctie.
Geen ekele LED
Geen
brandt
verwarming
De LED voor een
Geen
master- of
slaveregelaar en een
uitgang knipperen 3
keer snel achter
elkaar.
Probleem
De afstand tussen
ruimtethermostaat en
masterregelaar is te groot.
Demping van het signaal door
de wapening van beton of alu-
minium isolering.
De externe antenne is te dicht
bij metaal of
elektriciteitsleidingen geplaats.
Storing van het signaal door
andere apparaten die ook op
433,92 MHz uitzenden,
bijvoorbeeld: babyfoons of
draadloze koptelefoons.
Lege batterijen
o
C
Storing in de verwarmings-
installatie of de ruimtether-
mostaat is defect.
Defecte zekering in
master- of slaveregelaar.
De verbinding tussen
master- en slaveregelaar
is verbroken.
De batterijen zijn leeg.
De batterijen maken niet goed
contact met de thermostaat.
De ruimtethermostaat is defect.
Geen spanning op de
masterregelaar
Masterregelaar is defect.
De thermostaat staat in de
testfunctie.
Oorzaak
15
Oplossing
Verplaats de ruimtether-
mostaat tot het signaal
voldoende sterk is.
Verplaats de externe an-
tenne. Plaats antenne en
ruimtethermostaten liefst op
dezelfde etage.
Verplaatsen van de ruimtether-
mostaten en testfunctie
activeren.
Storende apparaten
uitschakelen.
Batterijen vernieuwen en
testfunctie activeren.
Controleer de verwarmings-
installatie. Met name de ketel,
eventuele circulatiepomp en
de bekabeling van het CF-
systeem.
Controleer de zekeringen van
de CF regelaars.
0,5 A en 1,25 A bij 24 V
regleaars.
0,5 A en 4 A bij 230 V regelaars
Controleer de buskabel ,
inclusief de stekers.
Sluit de slaveregelaar goed
aan.
Vervang de batterijen of
probeer de batterijen beter
contact met de themostaat te
laten maken.
Vervang de ruimtethermostaat.
Controleer de bedrading.
en voedingsspanning
Vervang de masterregelaar.
Opmerking
Neem contact
op met
Danfoss als
de ontvangst
slecht blijft.
De maximale
belasting van
een CFM 6 W
per uitgang. Bij
een CFS is
het 3 W per
uitgang.