Ingersoll Rand X8I Manual De Utilización página 371

" " Foutlog reset is ingeschakeld. Pas de iteminstelling
aan op ' ' en druk op ENTER. Het display zal terugkeren
naar het hoofdmenu en alle bestaande invoeringen in het
foutlog worden permanent verwijderd.
S03
01 01
02 02
03 BT
S03 – 01/02 I/O Box controle
Deze parameter bepaalt of de X8I de geselecteerde
I/O Box controleert en geeft elke 'Fout' weer die wordt
gedetecteerd op de I/O boxinvoeren; afhankelijk van
de I/O Box instelling. De standaardinstelling van deze
parameter is 0 PSI.
(Vertegenwoordigt dat I/O Box controle is
uitgeschakeld) De waarden voor deze parameter zijn:
= Uitgeschakeld
= Ingeschakeld
Refer to I/O Box handleiding voor details.
S03 – BT Communicaties Timeout
Deze paramter bepaalt de communicatie uitzending
Timeouttussen de X8I en de I/O box. Indien de I/O Box
fniet communiceert op het RS485 netwerk binnen de
ingestelde 'Communicaties uitzend Timeout' (BT), dan zal
de X8I een I/O Box RS485 communicatiesfout weergeven.
De standaardinstelling van deze parameter is 0 Sec. De
waarden van deze parameter zijn:
"10 tot 300" het aantal seconden
De algemene werking van de I/O Box wordt ook
gecontroleerd.
S04
01 1O
02 1R
S04 - 1O Druksensor Offset
Deze parameter is de minimumwaarde van de
drukomvormer, 0 PSI, 0 BAR, of 0 kPA. Het kan ook
worden gebruikt om een 'Offset' te creëren als er een
verschil is in de nulwaarde die wordt weergegeven.
De standaardinstelling van deze parameter is 0 PSI. De
waarden van deze parameter zijn:
sec
60
0 psi
232 psi
39
"0": als de minimale waarde van het bereik van de
drukomvormer gehanteerd wordt
een waarde hoger dan of lager dan 0 als er geen
0 op het display staat of als er een correctie-
drukomvormer gebruikt wordt (een voorbeeld van
een correctie-drukomvormer is een omvormer met
een bereik van minus PSI (-25) tot een positieve PSI
(200)' .
De drukomvormer moet worden ontlucht naar
de atmosfeer als u de 0 of een correctie instelt.
S04 - 1R Druksensorbereik
Deze parameter is het maximale bereik van de
drukomvormer, 232 PSI, 16 BAR, of 1600 kPA. het kan
ook worden gebruikt om een 'Offset' te creërenals er
een verschil is in de waarde die wordt weergegeven. De
standaardinstelling van deze parameter is 3.0 PSI. De
waarden van deze parameter zijn:
"232": als de maximale waarde van het bereik van de
drukomvormer gehanteerd wordt
een waarde hoger of lager dan 232 als er geen 232
op het display staat.
De drukomvormer moet een bekende,
nauwkeurige druk toegepast als deze waarde
wordt gewijzigd naar een andere waardde dan
232.
Druksensorkalibratieprocedure:
a) Offset: Stel de sensor bloot aan de atmosfeer en
pas de 'offset' instelling aan (indien nodig) tot de
gedetecteerde drukdisplay 0 PSI (0.0 BAR) weergeeft.
b) Bereik: Pas een nauwkeurige bekende druk toe aan
de druksensor en pas de 'Bereik' instelling aan tot
de gedetecteerde drukdisplay overeenkomt met
de toegepaste druk. Een toegepaste druk gelijk aan
of groter dan de nominale systeemwerkdruk die is
aanbevolen.
De gedetecteerde waarde wordt weergegeven met
het kalibratiemenuitem en zal wijzigen om overeen te
komen met de nieuwe kalibratieinstelling als de instelling
is aangepast.
De toegepaste druk hoeft niet statisch te zijn; het
kan dynamisch zijn en wijzigen. Hiermee kan worden
gekalibreerd op een volledig functioneel systeem waarbij
wisselende systeemdruk nauwkeurig geverifieerd kan
worden vanaf een andere bron.
Correcte druksensor instelling en kalibratie
is uitzonderlijk belangrijk voor een succesvolle
systeemwerking. Aanbevolen wordt de druksensor
jaarlijks of met een andere vaste interval te kalibreren en
indien nodig af te stellen.