zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Kinderen en personen die het apparaat
niet kennen mogen het apparaat niet gebruiken.
5. WAARSCHUWING: Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en
personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of personen
zonder ervaring of kennis van het apparaat alleen onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of als ze werden geïnstrueerd over het veilige gebruik
van het apparaat en zijn zich bewust van de gevaren die verbonden zijn met het gebruik van
het apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van
het apparaat mag niet uitgevoerd worden door kinderen, tenzij zij ouder zijn dan 8 jaar en
deze handelingen worden uitgevoerd onder toezicht.
6. Na gebruik trek altijd de stekker uit het stopcontact door het stopcontact met een hand
vast te houden. Trek NIET aan het netsnoer.
7. Dompel het snoer, de stekker en het gehele apparaat niet onder in water of een andere
vloeistof. Stel het product nooit bloot aan atmosferische omstandigheden (regen, zon, etc.)
en gebruik het apparaat niet in vochtige omstandigheden (badkamer, vochtige
kampeerhutten).
8. Controleer regelmatig de staat van de voedingskabel. Als de voedingskabel beschadigd is,
moet deze vervangen worden door een gespecialiseerd reparatiebedrijf om gevaar to
voorkomen.
9. Gebruik nooit het apparaat als de voedingskabel beschadigd is of als het apparaat
gevallen of beschadigd is op een andere manier of als het niet goed werkt. Repareer het
apparaat niet zelf omdat dit een schok kan veroorzaken. Breng het beschadigde apparaat
naar het juiste service centrum voor controle of reparatie. Alle reparaties mogen alleen
uitgevoerd worden door erkende servicecentra. Een onjuist uitgevoerde reparatie kan ernstig
gevaar veroorzaken voor de gebruiker.
10. Plaats het apparaat op een koel, stabiel en vlak oppervlak, weg van warmtebronnen
zoals: elektrisch fornuis, gas brander, etc.
11. Gebruik het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen.
12. Laat de voedingskabel niet over de rand van een tafel hangen of hete oppervlakken
aanraken.
13. Laat het apparaat of de voeding niet onbeheerd achter wanneer het aangesloten is op
het stopcontact.
14. Om extra bescherming te bieden is het aanbevolen om een aardlekschakelaar (RCD)
met nominale reststroom van niet meer dan 30 mA in het stroomcircuit te instaleren. Neem in
dit geval contact op met een professionele elektricien.
15. Dompel het motorgedeelte niet onder in water.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (fig. 1)
1.Voorste beschermrooster
4.Moer voor achterste beschermrooster
7.Oscillatie vergrendeling
10.Afstandsbediening
13.Buitenbuis
16.Borgschroef voor rooster
2.Moer voor ventilatorblad
5.Achterste beschermrooster
8.Bedieningspaneel
11.Binnenbuis
14.Voet
3.Ventilatorblad
6.Motor
9.Bevestigingsschroef
12.Schroef voor hoogteverstelling
15. Borgmoer
44