• Draag steeds een bril of een
vizier tijdens het gebruik,
tijdens het onderhoud of tijdens
de herstellingen. De werking
van aangedreven machines
kan vreemde voorwerpen
in de ogen doen schieten.
• Gebruik geluiddempende
gehoorbescherming.
Werkzone / Machine
• Controleer de zone die
gereinigd moet worden
zorgvuldig en verwijder
eventuele duidelijk zichtbare
vreemde voorwerpen.
Bijvoorbeeld deurmatten,
sleeën, planken, draden, enz.
• Controleer of alle commando's
uitgeschakeld zijn vooraleer
de motor op te starten.
• Vooraleer aan te vangen
sneeuw te ruimen, moet
men wachten tot de motor
en de machine zich aan
de externe temperatuur
aangepast hebben.
Batterijvoeding
• Lees de
voorzorgsmaatregelen met
betrekking op de veiligheid in
de handleiding van de batterij.
• Verzeker u ervan dat de
spanning die aangegeven is op
de batterijlader overeenstemt
met de netspanning.
De blijvende aansluiting
van om het even welk
elektrisch apparaat
op het elektriciteitsnet
van het gebouw moet
uitgevoerd worden door een
gekwalificeerd elektricien,
conform de geldende
wetgeving. Een niet correct
uitgevoerde aansluiting kan
ernstige persoonlijke letsels
veroorzaken en zelfs de
dood tot gevolg hebben.
2.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Werkzone
• Gebruik de machine niet in
omgevingen met gevaar op
ontploffing, in aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen,
gas of stof. Elektrische
contacten of mechanische
wrijvingen kunnen vonken
veroorzaken die het stof
of de dampen kunnen
doen ontbranden.
• Enkel bij daglicht of met goed
kunstmatig licht en bij goede
zichtbaarheid reinigen.
• Verwijder personen, kinderen
en dieren uit de werkzone.
De kinderen moeten onder
toezicht staan van een
andere volwassene.
• Let bijzonder goed op wanneer
de machine gebruikt wordt
op grindwegen, voetpaden
en straten of wanneer
men deze oversteekt. Let
op verborgen gevaren.
• Let goed op het verkeer,
wanneer de machine dicht
bij de straat gebruikt wordt.
Gedrag
• Richt de opening van het
uitlaatglijvlak niet tegen de
wind in, of in de richting van
personen, dieren, voertuigen,
woningen of iets dergelijks
dat schade kan ondergaan
door de sneeuw of door de
onder de sneeuw verborgen
voorwerpen. Laat niemand
voor de machine stilstaan.
• Gebruik de sneeuwruimer
nooit nabij omheiningen,
auto's, vensters, glazen
NL - 3