5.5 RICHTING DEFLECTOR
Neem het handvast vast (afb. 10.A) en
druk erop om de deflector te ontgrendelen
(afb. 10.B) en de deflector te kunnen afstellen
(afb. 10.C). Beweeg het handvat vooruit /
achteruit om de deflector omlaag /omhoog te
brengen, met de handgreep aangetrokken.
Zodra de deflector op de gewenste
stand staat, blokkeert men de deflector
door het handvat los te laten (klik).
5.6 SCHAKELAAR LED-LICHTEN
Om de lichten te doen branden, duwt
men de schakelaar vooruit (afb. 8.E).
I = ON: lichten aan
O = OFF: lichten uit
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK De veiligheidsnormen die
in acht genomen moeten worden tijdens het
gebruik van de machine zijn beschreven in
hfdst. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
6.1 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
• Controleer of de toevoerschroef niet
reeds sneeuw opneemt wanneer
ze in de startpositie staat.
• Plaats de batterij in haar huizing (afb. 7 )
OPMERKING Vooraleer de sneeuw te
ruimen, is het raadzaam silicone op de
toevoerschroef te spuiten om de vorming van
ijs op de draaiende organen te voorkomen.
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Na het opstarten en vooraleer de machine
te gebruiken, is het zeer belangrijk de
volgende veiligheidstesten uit te voeren.
Controleer of de resultaten van de
veiligheidscontroles overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabel.
Voer steeds de veiligheidscontroles
uit vooraleer de machine te gebruiken.
6.2.1 Algemene veiligheidscontrole
en werking toevoerschroef
Object
Druk op de
ontgrendeltoets (afb. 8.C).
Druk op de starthendel
Rijtest
Laat de starthendel los.
Indien eender welke van deze
resultaten verschilt van wat aangegeven
is in de volgende tabel, mag de
machine niet gebruikt worden! Breng de
machine naar een dienstcentrum voor
de nodige controles en herstelling.
6.3 START / WERK
Wanneer de sneeuwruimer opgestart
wordt, begint de toevoerschroef te draaien.
Houd de personen op veiligheidsafstand
en controleer of de toevoerschroef niet
tegen stenen of voorwerpen stoot, die
zouden kunnen weggeschoten worden.
6.3.1 Vertrek
1. Hel de sneeuwruimer lichtjes naar
achter en hef de toevoerschroef
een beetje op van de grond.
2. Druk de ontgrendeling van de starthendel
in en houd deze ingedrukt (afb. 8.C).
3. Trek aan de starthendel om de
machine op te starten (afb. 8.B).
4. Laat de ontgrendeling van de starthendel los.
Indien de toevoerschroef
geblokkeerd is, mag men niet proberen
de motor in werking te zetten.
De machine is voorzien van een
automatische beveiliging van de motor;
wanneer deze beveiliging ingeschakeld
is, moet men enkele seconden wachten
alvorens de machine weer op te starten.
6.3.2 Bedrijf
Breng de toevoerschroef naar de grond
en begin opnieuw sneeuw te ruimen.
Stop de motor steeds alvorens
werkzaamheden uit te voeren om
de blokkeringen te vermijden.
NL - 9
Resultaat
De motor start en
de toevoerschroef
begint te draaien.
Geen abnormale trilling.
Geen abnormaal geluid.
De motor en de
toevoerschroef vallen
onmiddellijk stil.