4.2.4
Regelgedrag
Op het installateursniveau kan men van het knipperende
CAL-symbool met verschillende rolbewegingen richting
display overschakelen naar de symbolen van verschillende
regelalgoritmen (zie ook afbeelding
Door in te drukken bevestigen.
knippert. Door in te drukken bevestigen of met iedere
verdere rolbeweging richting display het volgende
regelgedrag kiezen:
, PID 6, PID 12 of
in te drukken bevestigen.
Zie hierna voor de bevestiging van het regelgedrag (zie
ook afbeelding
).
Self learning
voor alle toepassingen (fabrieksinstelling).
PID 12 Normaal regeltraject:
voor toepassing op plaatsen met normale
temperatuurschommelingen.
PID 6
Snel regeltraject:
voor toepassingen op plaatsen met grote
temperatuurschommelingen.
Moeilijk regeltraject:
zuivere tweepuntsregeltraject met 0,5 °C
schakeldifferentie.
4.2.5
Vorstbeveiligingsbedrijf
Met de bedrijfswijzeschakelaar
schakelen (zie ook afb.
5 °C moet worden veranderd, wordt via het
temperatuurmenu T de gew. waarde
vorstbeveiliging veranderd (zie ook de handleiding voor
bediening).
5
Apparaat weer op de sokkel schuiven
Handelen volgens afbeelding G.
6
Functiecontrole
a) 60 seconden na het inschakelen van de
batterijspanning moet een foutmelding verschijnen
b) Ketel inschakelen
c) Na uiterlijk 2 minuten moet de foutmelding verdwijnen
d) Bedrijfswijze comfort
e) Met het temperatuurmenu T de gewenste
temperatuurwaarde
handleiding voor de bediening)
f) Na uiterlijk 3 minuten moet het symbool
display verschijnen. Als dit niet het geval is:
• Ketelaansluiting controleren
• Eventueel is de ruimtetemperatuur hoger dan 29 °C
g) Gewenste temperatuur
waarde terugzetten (standaardwaarde 19 ºC of eigen
instelling)
h) Gewenste bedrijfswijze kiezen
CE1G2266xx
).
(fabrieksinstelling)
. Gewenste regelgedrag door
Adaptieve regeling:
naar het symbool
). Als de standaardwaarde van
voor
op 29 °C instellen (zie
op de
weer op de oorspronkelijke
7
Reset
Gebruikersgedefinieerde data
De toets achter de naaldopening minstens een seconde
indrukken: daardoor worden de gebruikersspecifieke
instellingen, de zelflerende adaptieve regeling en de
weergave van aanvoertemperatuur, buitentemperatuur en
gewenste tapwatertemperatuur teruggezet op hun
standaardwaarden (de instellingen in het
installateursniveau onveranderd). De klok begint bij 12:00
uur. Gedurende de resettijd branden alle weergavevelden
van de display en kunnen worden gecontroleerd.
Alle gebruikersgedefinieerde data plus de instellingen
van de verwarmingsvakman:
De toets achter de naaldopening samen met de warmer-
en koudertoets minstens een seconde indrukken.
Na deze reset worden de fabrieksinstellingen opnieuw
geladen (zie ook sectie "Fabrieksinstellingen" in de
handleiding voor bediening).
Attentie:
Als het apparaat langer dan 30 seconden
van de sokkel verwijderd is, verschijnt een
foutmelding op de display.
Bij het terugschuiven op de sokkel moet de
foutmelding na uiterlijk 2 minuten verdwijnen.
Wanneer de batterijen niet zijn geplaatst,
werkt de reset alleen correct binnen
15 seconden na het verwijderen van de
REV23 van de sokkel.
8
Aanwijzingen
• De REV23M is een elektronische ruimtetemperatuur-
regelaar met weekschakelklok
• De regelaar behoort tot de softwareklasse A en is
geconstrueerd voor gebruik in een omgeving met
normale vervuilingsgraad
• Als in de referentieruimte thermostatische radiator-
afsluiters zijn geïnstalleerd, moeten deze volledig
worden geopend
• Het contact voor afstandbediening moet afzonderlijk,
dat wil zeggen met een afzonderlijke, afgeschermde
kabel worden bedraad.
• De plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties
dienen in acht te worden genomen.
• De REV23M met een voor OpenTherm Plus geschikte
ketel worden gebruikt.
03.07.2003
11/16