8) Plaats nu de nieuwe
zaagband in het midden
op onderste contactrol.
Druk dan de bovenste
contactrol naar beneden
en plaats daar nu ook de
zaagband op.
9) Draai de onderste
contactrol ca. 2-3
omwentelingen in de
looprichting . Daardoor
wordt de zaagband auto-
matisch gecentreerd.
Door de trekveer wordt
de zaagband op spanning
gehouden. Schakel nu de
machine in om te kijken
of de zaagband goed
loopt. De zaagband moet
ca. 5-10 mm van de rand
van de onderste contactrol lopen. Met de stelbout
op achterkant van de machine kan de zaagband in
de juiste positie gebracht worden. U kunt een paar
testen uitvoeren om de juiste positie van de zaag-
band te bepalen. Dan kunt u de machine weer uit-
zetten.
10) Draai nu de borgmoer
van de centreerbout vast.
Nu kunt u de bescherm-
kap en het werkrooster
weer terug plaatsen en
de schroeven weer aan-
draaien.
04 Bewerken van glas
11) Het te zagen glasplaatje wordt op het werkroo-
ster geplaatst en met geringe druk tegen de zaag-
band geplaatst in de richting van de blauwe
beschermkap. Bij contourensneden mag er niet met
een ruk bewogen worden. Niet zo hard tegen het
werkstuk drukken dat de zaagband van de contactrol
afloopt. Zorg dat u vertrouwd raakt met de juiste
zaagdruk, terwijl u met een proefstuk aan het werk
bent. Neem aan het eind van de zaagsnede de druk
wat terug, zodat aan het eind van de snede geen
stukken of splinters afbreken.
05 Bewerken van
anderen materialen
Voor andere materialen geldt hetzelfde als glas. De
zaagdruk kan anders zijn. Let er wel op dat het
werkstuk altijd vlak op het werkrooster ligt.
NL
37