GI.BI.DI. F4 PLUS Instrucciones Para La Instalación página 39

F4 PLUS
EINDSCHAKELAAR
DIP1_4 OPENEN
MOTOR 1
EINDSCHAKELAAR
DIP1_5 SLUITEN
MOTOR 1
EINDSCHAKELAAR
OPENEN
DIP1_6
MOTOR 2
EINDSCHAKELAAR
DIP1_7 SLUITEN
MOTOR 2
DIP1_8 FOTOCEL
KLEMMEN 7-8
FUNCTIE
DIP1_9 KNIPPERLICHT
WELKOMST-
VERLICHTING
HANDHAVING
DIP1_10 HYDRAULISCHE
BLOKKERING
9 - DIP SWITCH DIP2
De instellingen worden opgeslagen tijdens de rust toestand van de motor (tijdens gesloten poort)
De standaardinstellingen worden hieronder gemarkeerd met een grijze arcering.
DIP Functie
FUNZIONAMENTO
DIP2_1
MORSETTO 23
FUNZIONAMENTO
DIP2_2
MORSETTO M4
DIP2_3
DIP2_4
ON Ingang eindschakelaar gedeactiveerd
OFF Ingang eindschakelaar geactiveerd
ON Ingang eindschakelaar gedeactiveerd
OFF Ingang eindschakelaar geactiveerd
ON Ingang eindschakelaar gedeactiveerd
OFF Ingang eindschakelaar geactiveerd
ON Ingang eindschakelaar gedeactiveerd
OFF Ingang eindschakelaar geactiveerd
ON Ingang fotocel gedeactiveerd
OFF Ingang fotocel geactiveerd
De uitgangen 7-8 van het klemmenbord worden gebruikt om een KNIPPERLICHT
ON
met een eigen knipperfunctie te besturen.
De uitgangen 7-8 van het klemmenbord worden gebruikt voor de
WELKOMSTVERLICHTING en blijven 2 minuten na de werkingstijd actief.
OFF
In deze modus kunnen de klemmen 28-29 worden gebruikt om een
KNIPPERLICHT zonder knipperfunctie aan te sluiten.
Enkel voor HYDRAULISCHE motoren
Als de poort in de laatste 5 uur geen enkele beweging heeft uitgevoerd, zal de
ON
sluitbeweging 2 seconden worden geactiveerd.
OP DE STOP-KNOP TE DRUKKEN, WORDT DE FUNCTIE GEDEACTIVEERD.
OFF Handhaving HYDRAULISCHE BLOKKERING gedeactiveerd.
Beschrijving
Status
De STOP ingang (23) functioneert als een veiligheidsstrip en zal bij een
onderbreking de beweging voor 2 seconden omkeren om het obstakel vrij te
ON
maken. Zie ook jumper SW15.
De STOP ingang (23) functioneert als STOP en zal bij een onderbreking de
OFF
beweging stoppen. Zie ook jumper SW15.
ON Klem M4 werkt als een CONTROLE LAMP.
OFF Klem M4 werkt als een KNIPPERLICHT.
NIET GEBRUIKT
In geval van installaties met één
motor en als de eindschakelaars
gebruikt worden moeten de Dip
Switches 4, 5, 6 en 7 allemaal op OFF
gezet worden, terwijl als er slechts
één soort eindschakelaar gebruikt
wordt, (bv. FCAM1 en/of FCCM1),
u alleen de betreffende DIP Switch
moet activeren (OFF stand).
39
NL