OMSCHRIJVING
Filterhouder
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
Haal het apparaat voorzichtig uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsmateriaal.
Maak het apparaat schoon met een licht bevochtigde doek. Veeg vervolgens grondig
droog.
Het wordt aanbevolen om het koffiedruppelsysteem eerst te reinigen voordat u het
apparaat in gebruik neemt.
Vul het waterreservoir met koud water en volg de aanwijzingen voor het zetten van
koffie om minstens twee kannen met alleen water, en zonder gemalen koffie, te maken.
Schakel het koffiezetapparaat uit en laat het afkoelen voordat u het opnieuw met koud
water vult.
NU KOFFIEZETTEN
1.
Plaats het apparaat op een droog, vlak en warmtebestendig oppervlak, uit de buurt
van een rand.
2.
Open het bovenste deksel.
3.
Vul het waterreservoir met de gewenste hoeveelheid koud en vers water, maak
hierbij gebruik van de waterpeilindicator.
• De markeringen op het kijkvenster geven het nodige waterpeil aan om het
gewenste aantal kopjes te zetten.
• Om overstroming te vermijden, vul het waterreservoir niet boven de MAX lijn.
4.
Breng de permanente filter op een juiste manier aan in de filterhouder.
5.
Plaats een 1x4 papieren filter (niet meegeleverd) in de permanente filter.
6.
Doe de gewenste gemalen koffie in de papieren filter en spreid het gelijkmatig
open.
• Het wordt aanbevolen om een vlakke lepel gemalen koffie (ca. 6g) per kopje
koffie te gebruiken.
7.
Sluit het bovenste deksel totdat een klik wordt gehoord.
8.
Schuif de kan in het apparaat totdat deze juist op de plaat staat.
9.
Steek de stekker van het koffiezetapparaat in het stopcontact.
10. Het de aan/uit-knop om het koffiezetapparaat in te schakelen.
Bovenste deksel
Kan
Voetstuk
NL-13
Kijkvenster voor waterreservo r
Waterreservoir
Aan/uit-knop met
controlelampje
NL