Specifieke Veiligheidsvoorschriften - Ryobi CDC1802 Manual De Utilización

GB FR DE ES IT

SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

■ Draag gehoorbeschermers wanneer u een
klopboormachine gebruikt. Het lawaai kan
gehoorverlies veroorzaken.
■ Gebruik de hulphandgreep die bij het apparaat
is meegeleverd. Als u de macht over het apparaat
verliest, kan dat ernstig lichamelijk letsel tot gevolg
hebben.
■ Houd het apparaat alleen vast aan geïsoleerde
en slipvrije delen als u in een ondergrond werkt
waarin zich eventueel elektrische leidingen
bevinden. Metalen delen kunnen bij aanraking met
stroomvoerende leidingen zelf onder stroom komen te
staan en een elektrische schok veroorzaken.
■ Maak uzelf vertrouwd met uw apparaat. Lees deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door. Zo komt
u te weten voor welke toepassingen het apparaat
geschikt is en wat de beperkingen en ook de
specifieke potentiële gevaren bij het gebruik ervan
zijn. Zo kunt u het gevaar voor elektrische schokken,
brand of ernstig lichamelijke letsel beperken.
■ Draag altijd een veiligheidsbril voorzien van
zijschotjes. Een gewone bril is alleen voorzien van
schokbestendig glas. Een dergelijke bril is GEEN
veiligheidsbril. Zo beperkt u de kans op ernstig
lichamelijk oogletsel.
■ Bescherm uw longen. Draag een gelaatsmasker
of een stofmasker bij werkzaamheden waarbij
stofdeeltjes vrijkomen. Zo beperkt u de kans op
ernstig lichamelijk letsel.
■ B e s c h e r m
u w
gehoorbescherming bij langdurig gebruik van de
machine. Zo beperkt u de kans op ernstig lichamelijk
letsel.
■ Vergeet niet dat accugereedschap altijd startklaar
is omdat het niet op een stopcontact hoeft te
worden aangesloten. Wees u bewust van de
risico's verbonden aan accugereedschappen
wanneer deze niet in gebruik zijn en bij het
verwisselen van accessoires. Zo kunt u het gevaar
voor brand, elektrische schokken of lichamelijke letsel
beperken.
■ Plaats accugereedschap of accupakken niet in
de buurt van vuur of een hittebron. Zo kunt u
het gevaar voor ontploffingen of lichamelijk letsel
beperken.
■ Gebruik nooit een accupak dat gevallen is of
dat een zware schok heeft ondergaan. Een
beschadigde accu kan eventueel ontploffen. Als
het accupak gevallen of beschadigd is, dient u het
onmiddellijk als afval weg te gooien met inachtneming
van de geldende regelgeving.
■ Accupakken kunnen ontploffen in aanwezigheid
NL
PT DK SE FI
Nederlands
g e h o o r . D r a a g
NO RU PL CZ HU
van een ontstekingsbron, bijvoorbeeld een
waakvlam. Gebruik een accuapparaat nooit in de
buurt van een open vlam om de kans op ernstig
lichamelijk letsel te beperken. Bij het exploderen
van een accupak kunnen brokstukken en chemische
stoffen worden rondgeslingerd. Mocht dit gebeuren,
dan dient u de betreffende plekken onmiddellijk met
helder water te spoelen.
■ Laad een accuapparaat nooit op een vochtige of
natte plaats op. Zo beperkt u de kans op elektrische
schokken.
■ Voor een optimale werking van uw accuapparaat
moet het worden opgeladen bij temperaturen
tussen 10°C en 38°C. Laat uw accuapparaat niet
buitenshuis of in een auto liggen.
■ Bij gebruik onder onjuiste omstandigheden of bij
extreme temperaturen kan er accuvloeistof lekken.
Als de accuvloeistof in aanraking komt met uw
huid, was dan onmiddellijk de betreffende plek
met water en zeep, en neutraliseer vervolgens met
citroensap of azijn. Als u accuvloeistof in uw ogen
hebt gekregen, spoel uw ogen dan gedurende
10 minuten met schoon water. Raadpleeg
onmiddellijk een arts of de geneeskundige dienst.
Zo beperkt u de kans op ernstig lichamelijk letsel.
■ Bewaar deze instructies zorgvuldig. Sla ze
regelmatig op en gebruik ze om eventuele
andere gebruikers op de hoogte te stellen.
Als u dit apparaat uitleent, geef er dan ook deze
gebruikershandleiding bij om verkeerd gebruik van het
apparaat en lichamelijk letsel te voorkomen.
e e n
BESCHRIJVING
1. Instelring afslagkoppel
2. Snelspanboorhouder
3. Drukschakelaar
4. Magneetplaat om bitjes op te bergen (Mag Tray
5. Draairichtingschakelaar
6. Snelheidskeuzeknop (hoog/laag)
7. Waterpas
8. Accupak (niet bijgeleverd)
9. Vergrendellippen
10. Spantang
11. Boor/bit verwijderen (losdraaien)
12. Boor/bit inzetten (vastdraaien)
13. Ring van boorhouder
14. Voor (rechtsom-indraaien)
15. Achter (linksom-uitdraaien)
16. Hoge snelheid (2)
17. Lage snelheid (1)
18. Kleiner koppel
19. Groter koppel
20. Boor
21. Spanklauw
25
RO LV LT EE HR SI SK GR TR
TM )