EWS 115..125 - NL Seite 48 Dienstag, 15. Mai 2007 1:18 13
Let erop dat andere personen zich op een veilige
afstand bevinden van de plaats waar u werkt.
Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet per-
soonlijke beschermende uitrusting dragen. Brok-
stukken van het werkstuk of gebroken inzetgereed-
schappen kunnen wegvliegen en verwondingen ver-
oorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan
de geïsoleerde greepvlakken als u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap verbor-
gen stroomleidingen of de eigen netkabel kan
raken. Contact met een onder spanning staande lei-
ding zet ook de metalen delen van het elektrische
gereedschap onder spanning en leidt tot een elektri-
sche schok.
Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Als u de controle over het
elektrische gereedschap verliest, kan de stroomkabel
worden doorgesneden of meegenomen en uw hand
of arm kan in het ronddraaiende inzetgereedschap
terechtkomen.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat
het inzetgereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Het draaiende inzetgereedschap kan in con-
tact komen met het oppervlak, waardoor u de con-
trole over het elektrische gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl
u het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact
met het draaiende inzetgereedschap worden mee-
genomen en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het
elektrische gereedschap. De motorventilator trekt
stof in het huis en een sterke ophoping van metaal-
stof kan elektrische gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen
deze materialen ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor
vloeibare koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik
van water of andere vloeibare koelmiddelen kan tot
een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereed-
schap, zoals een slijpschijf, steunschijf, draadbor-
stel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte
stilstand van het ronddraaiende inzetgereedschap.
Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het inzetge-
reedschap versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vast-
haakt of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die
in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor
kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroor-
zaken. De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar
48
de bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk
van de draairichting van de schijf op de plaats van
de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook bre-
ken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik
of onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektri-
sche gereedschap. Terugslag kan worden voorko-
men door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals
hieronder beschreven.
Houd het elektrische gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en uw armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwe-
zig, om de grootst mogelijke controle te hebben
over terugslagkrachten of reactiemomenten bij het
op toeren komen. De bediener kan door geschikte
voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactie-
krachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Het inzetgereedschap kan bij
de terugslag over uw hand bewegen.
Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het
elektrische gereedschap bij een terugslag wordt
bewogen. De terugslag drijft het elektrische gereed-
schap in de richting die tegengesteld is aan de
beweging van de slijpschijf op de plaats van de
blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetge-
reedschappen van het werkstuk terugspringen en
vastklemmen. Het ronddraaiende inzetgereedschap
neigt er bij hoeken, scherpe randen of wanneer het
terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit veroor-
zaakt een controleverlies of terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad.
Zulke inzetgereedschappen veroorzaken vaak een
terugslag of het verlies van de controle over het elek-
trische gereedschap.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en doorslijp-
werkzaamheden
Gebruik altijd de beschermkap die voor het
gebruikte soort slijptoebehoren is voorzien. De
beschermkap moet stevig op het elektrische
gereedschap zijn aangebracht en zodanig zijn
ingesteld dat een maximum aan veiligheid wordt
bereikt. Dat wil zeggen dat het kleinst mogelijke
deel van het slijptoebehoren open naar de bedie-
ner wijst. De beschermkap moet de bediener
beschermen tegen brokstukken en toevallig contact
met het slijptoebehoren.
Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereed-
schap toegestane slijptoebehoren en de voor dit
slijptoebehoren voorziene beschermkap. Slijptoe-
behoren dat niet voor het elektrische gereedschap is
voorzien, kan niet voldoende worden afgeschermd
en is niet veilig.