NL
Spuit geen materialen die een onbekend gevaar kunnen opleveren.
Let op! Een hogedrukstraal kan ernstige huidbeschadiging veroorzaken. Laat nooit een deel van het lichaam in contact komen
met de straal.
Beschermende kleding biedt onvoldoende bescherming tegen letsels onder vorm van injecties.
In geval van injectie van een hoge drukstroom onder de huid, onmiddellijk een arts raadplegen. De arts moet worden geïnfor-
meerd over het soort stof dat werd ingespoten.
Niet eten, drinken of roken in de werkomgeving.
Draag altijd een adembeschermingsmasker ter bescherming tegen het inademen van schadelijke dampen.
Zorg voor voldoende ventilatie, zodat er geen ophoping van brandbare dampen in de lucht van de werkruimte ontstaat.
Passende maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat gevaren worden veroorzaakt door de stof die wordt ge-
sproeid. Volg de instructies op de verpakking of de instructies van de fabrikant voor de te verstuiven stof.
Spuit geen stoff en die verboden zijn in deze handleiding.
Spuit geen materialen van onbekende samenstelling.
Gebruik het apparaat niet zonder de gemonteerde sproeikap.
Gebruik het apparaat nooit als er veiligheidsvoorzieningen of afschermingen beschadigd zijn.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen, voer alle reparaties uit in een geautoriseerde reparatiewerkplaats.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u problemen oplost, onderhoud uitvoert of wanneer u het apparaat
niet gebruikt.
Controleer altijd of de bestaande voedingsspanning overeenkomt met de op het typeplaatje van de machine aangegeven spanning.
VOORBEREIDING OP HET WERK
LET OP! Accessoires mogen alleen worden geïnstalleerd als de stroomtoevoer wordt onderbroken. Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
Bepaling van de viscositeit van het coatingmateriaal
Het product is uitgerust met een viscometer (trechter), waarmee kan worden bepaald of de viscositeit (dichtheid) van de verf
geschikt is voor het pistool.
Meng het te spuiten coatingmateriaal grondig. Het doel van het mengen is om een ongelijke verdeling van de dichtheid van het
coatingmateriaal te voorkomen.
Dompel de viscositeitsmeter onder tot hij zich onder het oppervlak van de vloeistof bevindt.
Hef de viscositeitsmeter boven het vloeistofoppervlak en meet de tijd die nodig is om de viscositeitsmeter te legen.
Afhankelijk van het type vloeistof moet de viscositeitsmeter binnen 18 s ± 2 s worden geleegd.
De dichtheid van het coatingmateriaal kan worden verminderd door gebruik te maken van de verdunner die in de documentatie
bij het coatingmateriaal is gespecifi ceerd.
Pistoolassemblage (II)
Bevestig de kop met het mondstuk en de verftank op de aandrijvingsbehuizing. Zorg ervoor dat de vergrendelknop op het open
hangslotsymbool is ingesteld. Druk de kop tot aan de opening in de aandrijvingsbehuizing, druk vervolgens de knop in en draai
hem zodanig dat hij naar het hangslotsymbool wijst. Controleer of de installatie correct is. Een correct gemonteerde kop kan niet
worden verwijderd, behalve door de vergrendelknop te verstellen om een open hangslotsymbool aan te geven.
Vullen en monteren van de verftank
Schroef de verftank los. Druk de aanzuigbuis stevig in het montagegat. Het uiteinde van de zuigpijp is gebogen om de verftank
nauwkeuriger te kunnen legen wanneer het pistool onder een hoek wordt gehouden, bijvoorbeeld bij het schilderen van vloeren of
plafonds. Richt bij het verdraaien van de aanzuigleiding het gebogen uiteinde van de buis in de tegenovergestelde richting van de
verwachte helling van het pistool (III). Vul de verftank met verf van geschikte viscositeit. De bovenste capaciteitsmarkering van de
verftank niet overschrijden. Schroef de verftank voorzichtig vast aan het pistool, draai de tank vast om de verbinding af te dichten.
HET GEBRUIK VAN HET PISTOOL
Het pistool is niet geschikt voor het spuiten van de volgende verven:
Verven met een hoge dichtheid/viscositeit.
Verven met schuurmiddelen zoals rode loodoxide.
Grofkorrelige verven.
Bijtende en alkalische verven.
Alle activiteiten met betrekking tot sproeiregulatie moeten worden uitgevoerd met de stroom uitgeschakeld. Trek hiervoor de
stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
67