5.1.9
Indien de batterij onder de minimaal benodigde spanning daalt,
verschijnt het batterijsymbool in het scherm.
5.1.10 De levensduur van de batterij (alkaline) bedraagt ca. 40 uur.
5.1.11
Afmetingen van het apparaat:
L x B x H = 203 x 81 x 39 mm
Gewicht: 320 gram
5.1.12 Maximale opening stroomtang: 44 mm.
5.1.13 Maximale diameter van de enkelvoudige stroomvoerende leiding:
34 mm
6.
Gebruiksomstandigheden
-
De BENNING CM 3 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in
droge ruimtes.
-
Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal.
-
Categorie van overbelasting/installatie IEC 664/ IEC 1010 ➝ 600 V
categorie III
-
Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
-
Beschermingsgraad stofindringing: 2
-
Werktemperatuur en relatieve vochtigheid:
Bij een omgevingstemperatuur van 0 °C tot 50 °C:
relatieve vochtigheid van de lucht < 80 %.
-
Opslagtemperatuur: de BENNING CM 3 kan worden opgeslagen bij
temperaturen van - 20 °C tot + 60 °C met een relatieve vochtigheid van de
lucht < 80 %. Daarbij dient wel de batterij verwijderd te worden.
7.
elektrische gegevens
Opmerking: De nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als som
van:
-
een relatief deel van de meetwaarde.
-
een aantal digits.
Deze nauwkeurigheid geldt bij een temperatuur van 23 °C bij een relatieve
vochtigheid van de lucht < 75 %.
7.1 Meetbereik bij gelijkstroom.
De nauwkeurigheid van de meting bedraagt ± (% meetwaarde + aantal digits)
bij een temperatuur van 23 °C ± 5 °C.
Meetbereik
200 A
600 A
7.2 Meetbereik voor wisselstroom
De nauwkeurigheid van de meting bedraagt ± (% meetwaarde + aantal digits)
bij een temperatuur van 23 °C ± 5 °C.
Meetbereik
200 A
600 A
8.
Meten met de BeNNING CM 3
8.1 Voorbereiden van metingen.
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 3 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 3 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
8.2 Stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
-
De hoogste spanning die aan de stroomtangmeter BENNING CM 3 ligt t.o.v.
aarde, mag maximaal 600 V bedragen.
06/ 2008
Resolutie
0,1 A
1 A
Resolutie
0,1 A
1 A
BENNING CM 3
Nauwkeurigheid v.d. meting
0 - 20 A ± (1,9 % meetwaarde + 5 digits)
20 - 200 A ± (1,9 % meetwaarde + 3 digits)
200 - 600 A ± (1,9 % meetwaarde + 5 digits)
Nauwkeurigheid v.d. meting
0 - 20 A ± (1,9 % meetwaarde + 7 digits)
20 - 200 A ± (1,9 % meetwaarde + 5 digits)
v.d. meting bij 40 - 400 Hz
200 - 600 A ± (1,9 % meetwaarde + 5 digits)
v.d. meting bij 40 - 400 Hz
31