A válvula é fornecida pronta para o funcionamento monotubo.
A válvula é fornecida preparada para o funcionamento monotubo.
A válvula pode ser montada com as ligações na parede ou no chão, mas
sempre com a sonda na horizontal. A ligação à tubagem não tem um
sentido de entrada ou de saída obrigatório, mas na versão bitubo é
aconselhável a entrada na ligação mais próxima ao radiador.
Para seccionar o radiador, é necessário fechar a válvula inclinada e, com
uma chave hexagonal de 5 mm, o obturador (1).
O procedimento de instalação é o seguinte:
Fig. 1) A sonda é inserida no porta-sonda e sobra a quantidade necessária
para o acoplamento ao deflector em plástico. Controlar que a sonda
entre correctamente na sede de 2 mm do deflector (2). Isto garante
uma adequada circulação do fluido termovector.
Fig. 2) Instalar a válvula na tubagem de ida e de retorno do fluido.
Fig. 3) Inserir o deflector em plástico branco no corpo da válvula.
Fig. 4) Inserir e fixar a sonda no radiador.
Fig. 5) Alinhar a extremidade da sonda ao deflector montado no corpo da
válvula prestando atenção para não arrastar nem o porta-sonda nem
a sonda contra o deflector em plástico, para não o danificar (fig. 5A),
e para não comprometer a retenção, e o correcto funcionamento da
válvula. Para executar esta operação, é necessário rodar o radiador,
apoiado nos suportes de parede, criando a distância correcta entre
o porta-sonda e o deflector.
Fig.6) Aparafusar o casquilho do porta-sonda ao corpo da válvula.
Durante a instalação é necessário prestar atenção para não danificar de
forma alguma a própria sonda. Caso esta fique esmagada, pode
comprometer-se o funcionamento da válvula alterando o caudal enviado
para o radiador e, por conseguinte, não se alcançará uma temperatura
adequada no radiador.
Het ventiel wordt geleverd voor gebruik in éénpijpssystemen.
Het ventiel kan gemonteerd worden met de aansluitingen naar de muur of
naar de vloer gericht, maar altijd met de voeler horizontaal. Bij
tweepijpssystemen dient de aanvoer te gebeuren via de aansluiting die
het dichtst bij de radiator ligt. Bij de andere systemen is dit niet verplicht.
Om de radiator af te sluiten draait men de handknop dicht en dient men
de klep af te sluiten met een zeskantsleutel van 5 mm (1).
Werkwijze bij installatie:
Afb. 1) De voeler bevindt zich in de dompelhuls en steekt iets uit, zodat hij
goed kan aansluiten op de kunststof straalbreker. Controleer of de
voeler perfect aansluit op de 2mm zitting van de straalbreker (2) om
een goede circulatie te garanderen.
Afb. 2) Installeer het ventiel op de aanvoer- en retourleiding.
Afb. 3) Breng de witte kunststof straalbreker aan op het ventiellichaam.
Afb. 4) Plaats de voeler in de radiator en zet hem vast.
Afb. 5) Lijn het uiteinde van de voeler uit met de straalbreker die reeds op
het ventiellichaam gemonteerd zit. Zorg ervoor dat de dompelhuls
en de voeler de kunststof straalbreker niet raken om schade (afb.
5A) te voorkomen en de waterdichtheid en goede werking van het
ventiel te garanderen. Om deze werkzaamheid te kunnen uitvoeren
dient men de radiator te draaien en de beugels zodanig op de
wand te monteren dat de afstand tussen dompelhuls en
straalbreker groot genoeg is.
Afb. 6) Draai de dompelhuls vast op het ventiellichaam.
Zorg ervoor dat de voeler niet beschadigd raakt tijdens de installatie.
Indien de voeler samengedrukt wordt, dan beïnvloedt dit de werking en wijzigt
het debiet naar de radiator met een te lage radiatortemperatuur als gevolg.
9