KBT MARIMBA calypso Modo De Empleo página 16

Tabla de contenido

Publicidad

ASSEMBLY - MONTAGE - MONTAJE
MONTAGGIO - MONTAŻ
ASSEMBLY STEPS
Ia
Verankering aan de grond:
1. Zoek de juiste plaats om het instrument in elkaar te zetten. Zodra de installatie is afgerond, moet de ondergrond over
voldoende dempende eigenschappen beschikken en voldoen aan de eisen van EN1176-1:2017.
2. Plaats de basis van het instrument (M) in de gewenste positie en markeer de gleuven.
3. Boor 8 gaten van min. 90 mm diep voor de ankers.
4. Verwijder het stof van de geboorde gaten.
5. Bevestig in de boorgaten 8 doorsteekankers M12x110 (L) met een chemisch anker. Veranker aan de bodem volgens de
eisen van de fabrikant van het chemische anker. Volg daarbij zorgvuldig de montagegegevens zoals min. boordiepte en
-diameter en uithardingstijd. Het oppervlak van het anker mag niet meer dan 20 mm boven de vloer uitsteken. U kunt
eventueel M12 mechanische ankers (niet inbegrepen) gebruiken. Volg hierbij de instructies van de fabrikant. De uiteinden
van de ankers en bouten die boven de vloer uitsteken moeten zo bevestigd worden dat er geen risico op letsel kan ont-
staan.
6. Na het bevestigen van de ankers in de vloer, plaats dan de basis van het instrument (M) op de ankers en schroef ze vast
met 8x montageset nr. 7 (N). Pas schroefdraadborging toe bij de schroefverbindingen.
7. Bevestig de framepalen van het instrument (CL en CR) aan de basis van het instrument en bevestig dit met 8x montage-
set nr. 4 (I). Pas schroefdraadborging toe bij de schroefverbindingen. Let tijdens de installatie op de positie van de bo-
venste platen en de hangers van de hamer. Na de montage moeten de platen naar de voorkant van het instrument hellen
en de handgrepen moeten naar voren en enigszins naar binnen wijzen.
Ib
Verankering aan de grond:
1. Grondanker in elkaar zetten: bevestig 2x montageset nr. 8 (P) in de bijbehorende gaten van het grondanker (O). Herhaal
dit voor het andere anker.
2. Plaats de linker framepaal van het instrument (CL) op het grondanker en draai hem goed vast met 4x montageset nr. 4
(I). Herhaal dit bij het tweede grondanker en de rechter framepaal van het instrument (CR). Pas schroefdraadborging toe
bij de schroefverbindingen.
3. Om te verzekeren dat er voldoende afstand bestaat tussen de palen van het frame, moeten vóór het verankeren de bo-
venste platen van beide palen met elkaar worden verbonden met behulp van het installatiesjabloon (1x installatieset nr.
9) (R).
4. Zoek de juiste plaats om het instrument in elkaar te zetten. De ondergrond van de geselecteerde locatie moet stevig zijn
en een hoge dichtheid hebben zodat het toestel goed en stabiel bevestigd kan worden. Zodra de installatie is afgerond,
moet de ondergrond over voldoende dempende eigenschappen beschikken en voldoen aan de eisen van EN1176-1:2017.
5. Graaf 2 gaten van 850 mm diep met een diameter van 300 mm en een asafstand van 1375 mm. Maak de bodem van het
gat vlak en stamp de grond aan. Breng op de bodem ca. 50 mm primer aan.
6. Plaats de gemonteerde set (stap Ib-3) verticaal in de gaten zodat de indicatie op de palen van het frame overeenkomt
met het geplande niveau van het speelterrein. Zet de palen vast met (bak)stenen en houd de juiste afstand en afmetingen
aan zoals getoond wordt in fi guur Ib-6-7. Let op de positie van de bovenste platen en de hangers van de hamer. Na de
montage moeten de platen naar de voorkant van het instrument hellen en de handgrepen moet naar voren en enigszins
naar binnen wijzen. Bescherm het bovengrondse gedeelte van het frame tegen opspattend beton. Meng voldoende beton
om de gaten te vullen. Volg de instructies van de fabrikant van het beton. Giet het gat vol met beton (het oppervlak van
de betonnen fundering ligt min. 400 mm onder het grondoppervlak) en zorg dat de dat de montageafmetingen overeen-
komen met fi guur Ib-6-7. Deze richtlijnen zijn slechts aanbevelingen. De betonverankering mag geen gevaar veroorzaken
en moet voldoen aan de eisen van de EN-1176-1:2017-normen.
7. Laat het beton uitharden voordat u verder gaat met stap 9. Aanbevolen uithardingstijd: min. 10 uur.
8. Bedek zichtbaar beton met aarde zodat de ondergrond weer gelijk is. Zorg dat de ondergrond veilig is en voldoet aan de
eisen van EN 1176-1:2017.
9. Verwijder het installatiesjabloon (R) (gereedschap nr. 9) van het frame.
II
installatie van het instrument:
1. Bevestig het onderste HDPE-paneel (D) en de kabelklem (E) aan de linker paal van het instrument met 3x montageset
nr. 3 (H). Herhaal dit voor de rechter paal van het instrument.
2. Bevestig de speelset (A) als volgt:
a. verwijder de buitenste moeren en sluitringen van de vier draadeinden van de speelset (A);
b. schuif de vier draadeinden van de kabels van de speelset in de gaten van de kabelklem (D);
c. draai ze aan met de moeren en bouten die in stap a zijn losgedraaid;
d. zorg dat de roestvrij stalen hulzen die de kabels beschermen op de juiste plaats op de
HDPE-panelen zijn geplaatst;
e. draai de vier moeren gelijkmatig vast zodat er geen speling ontstaat tussen de verschillende onderdelen van de
speelset en er voldoende spanning op de kabels zit. Draai vervolgens de contramoeren aan.
3. Plaats het bovenste linker afdekpaneel (FL) aan de linkerkant van het instrument en schroef het aan de onderkant vast
met 1x montageset nr. 5 (J) en 4x montageset nr. 2 (G). Herhaal dit voor het rechter afdekpaneel (FR) en schroef het
aan de rechterkant van het instrument vast.
4. Haal het uiteinde van het touw van de hamer (B) door het gat van het HDPE-paneel van montageset nr. 6 (K) en schroef
hem goed vast met de schroef en de klem uit deze set (K). Herhaal dit voor de andere hamer en montageset nr. 6 (K).
5. Schroef de set die u in stap II-4 hebt gemonteerd aan de onderkant van het paneel en aan de linkerkant van het instru-
ment vast met 2x montageset nr. 2 (G). Herhaal dit voor de tweede gemonteerde set hamers aan de rechterkant van het
instrument.
16
ASSEMBLY - MONTAGE - MONTAJE - MONTAGGIO - MONTAŻ
NL
p. 22 - 23
p. 24 - 28
p. 29 - 32
ASSEMBLY - MONTAGE - MONTAJE
MONTAGGIO - MONTAŻ
MONTAŻ KROK PO KROKU
Ia
Kotwienie do posadzki:
1. Znaleźć odpowiednie miejsce na montaż instrumentu. Po zakończeniu montażu, podłoże musi zapewniać odpowiednie
właściwości amortyzujące i spełniać wymagania norm EN1176-1:2017.
2. Umieścić podstawę instrumentu (M) w wybranym miejscu i zaznaczyć miejsca na otwory.
3. Wywiercić 8 otworów na kotwy o głębokości min. 90mm.
4. Z wywierconych otworów usunąć pył.
5. W wywierconych otworach zamocować osiem prętów M12x110 (L) za pomocą kotwy chemicznej. Kotwić w fundamencie
ściśle wg. zaleceń producenta kotwy chemicznej, zachowując szczególną staranność oraz mając na uwadze dane mon-
tażowe takie jak m.in. głębokość i średnica wiercenia oraz czas utwardzania. Górna powierzchnia kotwy nie powinna
wystawać ponad posadzkę więcej niż 20mm. Opcjonalnie można użyć kotew mechanicznych M12 (nie zawarte w zesta-
wie), które należy montować zgodnie z zaleceniami producenta. Końce kotew i nakrętki wystające ponad posadzkę za-
bezpieczyć w sposób uniemożliwiający zranienie.
6. Po związaniu kotew w posadzce ustawić podstawę instrumentu (M) na kotwach i przykręcić za pomocą ośmiu zestawów
montażowych nr 7 (N). Połączenia gwintowane zabezpieczyć klejem do gwintów.
7. Na podstawę do posadzki założyć słupy ramy instrumentu (C
żowych nr 4 (I). Połączenia gwintowane zabezpieczyć klejem do gwintów. Należy zwrócić szczególną uwagę na położe-
nie górnych talerzy i uchwytów pałek – po montażu talerze powinny być pochylone w kierunku przodu instrumentu, a
uchwyty pałek do przodu i lekko do wewnątrz.
Ib
Kotwienie do gruntu:
1. Zmontować kotwę do gruntu: we właściwych otworach rury kotwy do gruntu (O) zamontować dwa zestawy montażowe
nr 8 (P). Czynność powtórzyć dla drugiej kotwy.
2. Na kotwę do gruntu nałożyć lewy słup ramy instrumentu (C
(I). Czynność powtórzyć dla drugiej kotwy do gruntu i prawego słupa ramy instrumentu (C
3. Dla zapewnienia odpowiedniej odległości między słupami ramy, na czas kotwienia górne talerze obu słupów połączyć ze
sobą za pomocą szablonu instalacyjnego (zestaw montażowy nr 9) (R).
4. Znaleźć odpowiednie miejsce do montażu instrumentu. Podłoże w wybranym miejscu powinno być zwarte aby zapewnić
odpowiednio mocne i stabilne mocowanie urządzenia. Po zakończeniu montażu, podłoże musi zapewniać odpowiednie
właściwości amortyzujące i spełniać wymagania norm EN1176-1:2017.
5. Wykopać dwa dołki o średnicy 300mm, na głębokość 850 mm, rozstaw osi dołków ok. 1375mm. Wyrównać dno dołków
i ubić ziemię. Na dnie umieścić i ubić ok. 50mm warstwę podsypki.
6. Umieścić zmontowany zestaw (krok Ib-3) pionowo w wykopanych dołkach tak, aby oznaczenia poziomu gruntu na
słupach ramy pokrywały się z planowanym poziomem powierzchni placu zabaw. Wstępnie umocować np. cegłą lub ka-
mieniem słupy i upewnić się, że zachowane są odległości i wymiary jak na rysunku Ib-6-7. Należy zwrócić szczególną
uwagę na położenie górnych talerzy i uchwytów pałek – po montażu talerze powinny być pochylone w kierunku przodu
instrumentu, a uchwyty pałek do przodu i lekko do wewnątrz.
7. Zabezpieczyć nadziemną część ramy przed zachlapaniem betonem. Wymieszać taką ilość betonu aby wypełnić dołki.
Należy postępować dokładnie według instrukcji producenta betonu. Zalać dół betonem (górna powierzchnia betonowe-
go fundamentu min. 400mm poniżej powierzchni gruntu), a następnie ponownie upewnić się, że po zalaniu zachowane
są wymiary montażowe jak na rysunku Ib-6-7. Powyższe wytyczne są jedynie rekomendacjami - kotwa betonowa nie
powinna stwarzać zagrożenia bezpieczeństwa i musi być wykonana zgodnie z wytycznymi zawartymi w normie EN-
1176-1:2017.
8. Pozwolić betonowi związać przed przejściem do kroku 9. Zalecany czas min. 10 godzin.
9. Pokryć widoczny beton ziemią tak, aby podłoże znowu było równe. Upewnić się, podłoże jest bezpieczne i spełnia wy-
magania EN 1176-1:2017.
10. Zdemontować szablon instalacyjny (R) (zestaw nr 9) z ramy.
II
Montaż instrumentu
1. Zamocować dolny panel HDPE (E) oraz kotwę linek (D) do lewego słupa ramy instrumentu za pomocą trzech zesta-
wów montażowych nr 3 (H). Analogicznie powtórzyć czynność dla prawego słupa ramy instrumentu.
2. Zamontować zestaw grający (A) w następujący sposób:
a. z czterech gwintowanych końcówek zestawu grającego (A) zdjąć zewnętrzne nakrętki i podkładki;
b. do otworów w kotwach linek (D) wsunąć cztery gwintowane końcówki linek zestawu grającego;
c. wstępnie przykręcić zestaw za pomocą podkładek i nakrętek zdjętych w kroku „a";
d. upewnić się, że nierdzewne tulejki zabezpieczające linkę zestawu grającego znajdują się w
przeznaczonych na nie miejscach w płycie pulpitu;
e. równomiernie dokręcić cztery nakrętki w taki sposób, aby zlikwidować luzy pomiędzy poszczególnymi
elementami zestawu grającego i zapewnić odpowiednie napięcie linek. Zakończyć regulację zestawu
grającego dokręcając nakrętki kontrujące.
3. Nałożyć górną lewą płytę pulpitu (F
) na lewą stronę instrumentu i przykręcić od spodu za pomocą jednego
L
zestawu montażowego nr 5 (J) oraz czterech zestawów montażowych nr 2 (G). Czynność powtórzyć dla prawej
płyty pulpitu (F
) po prawej stronie instrumentu.
R
4. Przełożyć końcówkę linki pałki (B) prze odpowiedni otwór w płytce HDPE zestawu montażowego nr 6 (K) i uni-
eruchomić mocno dociskając śrubą zaciskową tego zestawu. Czynność powtórzyć dla drugiej pałki i drugiego
zestawu montażowego nr 6 (K).
5. Zestaw zmontowany w kroku II-4 przykręcić od spodu do pulpitu po lewej stronie instrumentu za pomocą dwóch
zestawów montażowych nr 2 (G). Czynność powtórzyć z drugim zmontowanym zestawem pałki po prawej stronie
instrumentu.
ASSEMBLY - MONTAGE - MONTAJE - MONTAGGIO - MONTAŻ
PL
p. 22 - 23
i C
) i przymocować z pomocą ośmiu zestawów monta-
L
R
p. 24 - 28
) i skręcić z pomocą czterech zestawów montażowych nr 4
L
).
R
p. 29 - 32
21
Instructions for use - M560.020 - MARIMBA 'calypso'

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Productos relacionados para KBT MARIMBA calypso

Este manual también es adecuado para:

560.020

Tabla de contenido