Boren
WAARSCHUWING: Zorg er om het risico op
persoonlijk letsel te verminderen ALTIJD voor dat het
werkstuk stevig vastgemaakt of vastgeklemd is. Als u door
dun materiaal boort, dient u een houten steunblok te
gebruiken om schade aan het materiaal te voorkomen.
1. Gebruik uitsluitend scherpe boren. Voor HOUT gebruikt u
spiraalboren, steekboren, grondboren of zaagboren. Voor
METAAL gebruikt u stalen spiraalboren of zaagboren.
2. Oefen altijd druk uit in een rechte lijn met de boor.
Gebruik voldoende druk om de boor verder te laten boren,
maar druk niet zo hard dat de motor vastloopt of de
boor doorbuigt.
3. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om
het wegdraaien van de boor te voorkomen.
4. aLS DE BOOR VaSTLOOPT komt dit meestal omdat
hij overbelast is of verkeerd gebruikt wordt. LaaT DE
TREkkER OnMIDDELLIJk LOS, verwijder de boor uit het
werkstuk en stel de reden van het vastlopen vast. kLIk DE
TREkkER nIET UIT En aan In EEn POGInG OM EEn
VaSTGELOPEn BOOR OP TE STaRTEn. DIT kan DE
BOOR BESchaDIGEn.
5. Om het gevaar van vastlopen of door het materiaal te
breken te verlagen, vermindert u de druk op de boor en laat
u de boor langzaam door het laatste deel van het gat boren.
6. Houd de motor draaiende als u de boor uit een geboord gat
trekt. Dit helpt vastzitten te voorkomen.
7. Bij boren met variabele snelheid is het niet nodig een
voorboring uit te voeren. Gebruik een lage snelheid om te
beginnen met het boorgat en voer de snelheid op door de
trekker steviger in te drukken als het gat diep genoeg is om
te boren zonder dat de boor eruit kan schieten.
In metaal boren
Begin op lage snelheid te boren en verhoog naar volledige
snelheid terwijl u stevige druk op het gereedschap uitoefent.
Een gelijkmatige hoeveelheid metaalsplinters die vrijkomt,
geeft aan dat u de juiste boorsnelheid gebruikt. Gebruik een
smeermiddel als u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden geboord.
OPMERkInG: Grote 8 mm tot 13 mm gaten in staal kunnen
gemakkelijker worden gemaakt als eerst een proefgat 4 mm tot
5 mm wordt geboord.
In hout boren
Begin op lage snelheid te boren en verhoog naar volledige
snelheid terwijl u stevige druk op het gereedschap uitoefent.
Gaten in hout kunt u boren met dezelfde spiraalboren die
voor metaal worden gebruikt. Deze boren kunnen oververhit
raken tenzij ze regelmatig uit het boorgaat worden getrokken
om houtsplinters te verwijderen. Een werkstuk dat zeer
waarschijnlijk splinters geeft, dient met een stuk hout te
worden ondersteund.
Sleutelloze boorhouder (Fig. D–F)
DWD112S, DWD115S
De DWD112S en de DWD115S zijn voorzien van een sleutelloze
boorhouder
4
voor meer gebruiksgemak. Om een boor of
een andere accessoire te plaatsen, volgt u de onderstaande
stappen op.
1. Pak de achterkant van de boorhouder met één hand vast en
gebruik uw andere hand om de voorste helft tegen de klok
in te draaien, zoals afgebeeld in Figuur D. Draai ver genoeg
open zodat de boorhouder zich voldoende opent en de
gewenste accessoire er in past.
2. Steek de boor of de andere accessoire er ongeveer
19 mm in de boorhouder en maakt deze stevig vast
door de achterkant van de boorhouder vast te houden
en de voorkant met de klok mee te draaien. Wanneer
de boorhouder bijna vast zit, hoort u een klikgeluid. Na
4–6 klikken is de boorhouder voldoende stevig rond de
accessoire vastgemaakt.
3. Om de accessoire weer los te maken herhaalt u stap
1 hierboven.
WAARSCHUWING: Probeer niet om boren (of andere
accessoires) vast te draaien door de voorkant van
de boorhouder vast te pakken en het gereedschap te
draaien. Dit kan schade aan de boorhouder en persoonlijk
letsel veroorzaken.
verwijderen van de sleutelloze
boorhouder (Fig. E)
Maak de boorhouder vast met de korte kant van een
zeskantsleutel (niet meegeleverd) van 6 mm (1/4") of groter. Sla
met een zachte hamer of een stuk hout tegen het lange einde
tegen de klok in. Zo komt de boorhouder los zodat u deze met
de hand kunt losschroeven.
Installatie van de sleutelloze boorhouder
(Fig. F)
Schroef de boorhouder met de hand vast zover als dat gaat.
Maak de boorhouder langs de korte kant van een 6 mm of
grotere zeskantsleutel (niet meegeleverd) vast en sla tegen de
lange kant met de klok mee met een zachte hamer.
Boorhouder met sleutel (Fig. G, H)
DWD112
De DWD112 is voorzien van een boorhouder met sleutel
Om een boor of een andere accessoire te plaatsen, volgt u de
onderstaande stappen op.
1. Open de bek van de boorhouder door de ring met de
hand te draaien en steek de boor ongeveer 19 mm in de
boorhouder. Draai de boorhouderring met de hand vast.
2. Plaats de sleutel van de boorhouder in elk van de drie gaten
en draai de boor met de klok mee vast. Het is belangrijk dat
u de boorhouder met alle drie de gaten vastzet.
Om de boor los te maken draait u de boorhouder tegen de klok
in slechts èèn gat, en vervolgens draait u de boorhouder met
de hand los.
nEDERLanDS
4
.
41