8.
Markeer de locatie van de eerste haakse straal als punt P6 op
de vloer, zo dicht mogelijk bij punt P1 (Afbeelding
9.
Meet de afstand tussen punten P1 en P6 (Afbeelding
10.
Als de meting groter is dan de Toe te stane afstand tussen P1
& P6 voor de bijbehorende Afstand (D1) in de volgende tabel,
moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum.
Afstand (D1)
7,5 m
9 m
15 m
11.
Draai de laser 180°, zodat de voorste waterpas punt tegenover
punt P5 staat (Afbeelding
12.
Markeer de locatie van de tweede haakse straal als punt P7 op
de vloer, zo dicht mogelijk bij punt P1 (Afbeelding
13.
Meet de afstand tussen punten P1 en P7 (Afbeelding
14.
Als de meting groter is dan de Toe te stane afstand tussen P1
& P7 voor de bijbehorende Afstand (D1) in de volgende tabel,
moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum.
Afstand (D1)
7,5 m
9 m
15 m
#3).
G
G
Toe te stane afstand tussen
P1 & P6
2,2 mm
2,7 mm
4,5 mm
#4).
G
#4).
G
G
Toe te stane afstand tussen
P1 & P7
2,2 mm
2,7 mm
4,5 mm
De laser gebruiken
Bedieningstips
#3).
• Markeer altijd het middelpunt van de straal die door de laser
wordt geprojecteerd.
• Extreme temperatuurwisselingen kunnen leiden tot beweging
van interne onderdelen en dat kan de nauwkeurigheid
nadelig beïnvloeden. Controleer de nauwkeurigheid vaak
tijdens uw werkzaamheden.
• Als de laser is gevallen, controleer dan vooral altijd de kalibratie.
• Zolang de laser goed is gekalibreerd, stelt de laser zichzelf
waterpas. Iedere laser wordt in de fabriek zo gekalibreerd dat
waterpas wordt gevonden zolang het apparaat maar op een
vlak oppervlak wordt geplaatst dat niet meer dan gemiddeld
± 4° van het waterpaspunt is verwijderd. Handmatige
aanpassingen zijn niet nodig.
• Gebruik de laser op een glad, vlak en recht oppervlak.
De laser uitschakelen
#4).
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar de stand OFF/
Locked (Afbeelding
is. Staat de schakelaar niet in de vergrendelde positie (Locked),
dan wordt het laser-apparaat niet uitgeschakeld.
De laser gebruiken met accessoires
WAARSCHUWING:
Accessoires die niet worden aangeboden door
Stanley, zijn niet met deze laser getest, en daarom
kan het gebruik van dergelijke accessoires met deze
laser gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met dit
model worden aanbevolen. Accessoires die misschien geschikt
zijn voor de ene laser, kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze op een
andere laser worden gebruikt.
De onderzijde van de laser is voorzien van een 1/4-20 en een
5/8-11 inwendige schroefdraad (Afbeelding
met nu en in de toekomst verkrijgbare Stanley-accessoires.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met deze
laser worden opgegeven. Volg de aanwijzingen die bij het
accessoire worden geleverd.
Aanbevolen accessoires voor gebruik met deze laser zijn
tegen meerprijs verkrijgbaar bij de dealer of het officiële
servicecentrum bij u in de buurt. Heeft u hulp nodig bij het
vinden van een accessoire, neem dan contact op met het
Stanley-servicecentrum bij u in de buurt of ga naar de website:
http://www.StanleyTools.eu.
#1a) wanneer de laser niet in gebruik
A
) voor gebruik
B
NL
51