ALGEMENE INFORMATIE OVER HET APPARAAT
NL
In de volgende gevallen, wordt er geen verant-
woordelijkheid genomen voor eventuele
schade:
• verkeerd gebruik en gebruik dat niet in over-
eenstemming is met het voorziene gebruik;
• herstellingen die niet door een bevoegd
Servicecentrum werden uitgevoerd;
• beschadiging van de voedingskabel;
• beschadiging van een onderdeel van het
apparaat;
• gebruik van niet originele reserveonderde-
len en accessoires;
• niet onkalken;
• bewaring in een ruimte met een tempera-
tuur lager dan 4°C;
• gebruik bij minder dan 5°C;
• gebruik bij meer dan 40°C;
• gebruik van andere capsules dan de aan-
geduide.
In deze gevallen vervalt de garantie.
INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT
Positioneer het toestel op een vlak, horizontaal
en stabiel oppervlak, ver van water, vlammen en
warmtebronnen. Koppel de stroomtoevoer los, in-
dien aanwezig. Als het toestel aanstaat, mag het
nooit bedekt worden met doeken en dergelijke.
Het waterreservoir optillen en het deksel openen.
1
Spoel het reservoir alvorens het te gebruiken.
2
Het waterreservoir vullen met water tot het aan-
geduide MAX niveau. Enkel fris en koolzuurvrij
drinkwater gebruiken.
Het waterpeil mag nooit boven MAX staan en
moet altijd boven MIN staan. Gebruik uitslui-
tend vers, geen gashoudend drinkwater. Warm
water en andere vloeistoffen kunnen het reser-
voir beschadigen.
Zet de machine niet in werking zonder water. Con-
troleer altijd of het water in het reservoir hoger staat
dan het aangeduide MIN imumpeil.
Steek de stroomstekker in het stopcontact en
3
druk op de hoofdschakelaar om hem in de
stand I te zetten.
De afgifteknop knippert.
Wanneer de afgifteknop ononderbroken blijft
branden, is het toestel klaar voor gebruik.
Bij het aanzetten activeert het toestel eventjes de
pomp om het hydraulische circuit te vullen.