8.3 Operationele werklamp
• Schakel de machine zoals beschreven onder 8.2
• Het werk lamp (30) kan nu met de schakelaar (31)
aan en uit.
8.4 Regelaar aantal slagen (fig.2/pos.15)
Met de regelaar aantal slagen (15) kunt u het aantal
slagen overeenkomstig het te snijden materiaal in-
stellen. Voor zacht materiaal zijn hoge toerentallen
aan te bevelen, voor hard materiaal lage toerentallen.
Draait u de regelaar aantal slagen (15) naar rechts,
verhoogt het toerental.
8.5 Uitvoeren van binnensneden
Een kenmerk van deze decoupeerzaag is de mo-
gelijkheid binnensneden in een plaat uit te voeren
zonder dat de buitenkant of de omvang van de plaat
wordt beschadigd.
Om binnensneden in een plaat uit te voeren gaat u
als volgt te werk:
• Het zaagblad verwijderen zoals beschreven in
hoofdstuk 7.3.2.
• Een gat in de desbetreffende plaat boren.
• De plaat met het gat over het toegangsgat op de
zaagtafel leggen.
• Het zaagblad door het gat in de plaat installeren en
de bladspanning instellen.
• Aan het einde van de binnensneden het zaagblad
verwijderen van de bladhouders (zoals beschreven
in hoofdstuk 7.3.2) en de plaat van de tafel wegne-
men.
8.6 Uitvoeren van versteksneden
Voor het uitvoeren van versteksneden om de afstand
van de beschermkap aan te passen voor de werkta-
fel. Zwenk de tafel door de vastzethendel (12) los te
zetten en de zaagtafel naar de gewenste positie te
kantelen (fig. 12). Haal de vastzethendel terug aan.
Let op!
Wees bijzonder voorzichtig bij het uitvoeren van ver-
steksneden. Door de schuine stand van de zaagtafel
is het wegglijden begunstigd. Lichamelijk gevaar!
9. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aan-
gesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het gebruikte ver-
lengsnoer moeten eveneens aan deze voorschriften
voldoen.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door ven-
sterof deuropeningen worden geleid.
46
NL
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gere-
den.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig
op schade. Let erop dat bij het controleren de aan-
sluitkabel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend aansluitkabels met de aanduiding H05VV-F,
3x1.0 mm
. Op de aansluitkabel moet de type-aan-
2
duiding vermeld staan.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 220-240 VAC zijn
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m
een doorsnede hebben van 1,5 vierkante millime-
ter.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens van het typeplaatje van de motor
10. Reiniging, onderhoud, opbergen
en bestellen van wisselstukken
Let op!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
10.1 Reiniging
• Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiespleten
en het motorhuis zo veel mogelijk vrij van stof en
vuil.
• Het is aan te bevelen het toestel onmiddellijk na elk
gebruik schoon te maken.
• Wrijf het toestel met een schone doek af of blaas
het met perslucht bij lage druk schoon.
• Maak het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de kunst-
stofdelen van het toestel kunnen aantasten. Zorg
ervoor dat geen water binnen in het toestel terecht
kan komen.
10.2 Wartung
Binnen in het toestel zijn er geen andere te onderhou-
den onderdelen.