Veiligheidsvoorschriften
LET OP!
De pomp mag uitsluitend worden ge-
bruikt voor de doeleinden waarvoor deze
werd ontworpen. Voordat men de pomp
in gebruik neemt moet men het volgende
controleren:
de pomp, het voedingssnoer en de
steker mogen niet beschadigd zijn
dat niemand met het water in con-
tact komt.
LET OP!
Gevaar op letsels door heet water!
Bij langer gebruik (>10 min) tegen de
gesloten drukzijde kan het water in de
pomp sterk opwarmen.
Dit gevaar kan ontstaan door:
gesloten drukzijde
Watertekort in de aanzuigleiding
Onoordeelkundige installatie
Defecte drukschakelaar
In dit geval:
De pomp van het net loskoppelen
Pomp en water laten afkoelen
Waterstand aan de zuigzijde contro-
leren
Leidingen controleren op dichtheid
Installatie contoleren
Drukschakelaar controleren
Pomp pas na het verhelpen van de
fout terug in gebruik nemen
Kinderen of andere personen die de ge-
bruikshandleiding niet kennen, mogen het
apparaat niet gebruiken
INBEDRIJFSTELLING
LET OP!
Tijdens het monteren van de in- en uitga-
ande leidingen moet men zorgen dat er
geen mechanische trek- of drukkrachten
op het toestel worden overgebracht. We
raden het gebruik van flexibele leidin-
gen op de inlaatopening (13) en uitlaato-
peningen (1) aan. Raadpleeg de gespe-
cialiseerde verkoper.
477 219_b
LET OP!
Neem bij normaal dagelijks gebruik (au-
tomatisch) de noodzakelijke maatrege-
len om te voorkomen dat lokalen niet on-
der water lopen in geval van storingen
aan de pomp of de andere componen-
ten van het systeem. Hiervoor moet wor-
den gezorgd door bijvoorbeeld de instal-
latie van een alarminstallatie of een re-
servepomp.
Voordat men de pomp in gebruik neemt
moet men de druk op de klep (5) aan de
ingang van het reservoirmembraan con-
troleren.
De druk moet ongeveer 1,5 bar bedra-
gen en kan afhankelijk van het gebruik
worden veranderd (zie "Controle van de
druk aan de ingang van het membraan").
Zet de pomp op een vlak, perfect horizontaal
en stabiel vlak.
Controleer dat de pomp niet is blootgesteld
aan waterspatten en regen.
Montage van de inlaatleidingen
LET OP!
Bepaal de lengte van de inlaatslang zo-
danig dat de pomp niet droog kan lopen.
De inlaatopening van deze slang moet
minstens 30 cm onder het wateropperv-
lak worden gehouden.
Indien de waterspiegel meer dan 4 me-
ter onder de pomp staat moet men een
inlaatslang van meer dan 1" monteren.
Men raadt aan om de aanzuigkit AL-KO
(14) te gebruiken, deze bestaat uit een
inlaatslang, een filter en een inlaatklep,
die terugloop van water verhindert. De
aanzuigkit is beschikbaar bij de plaatse-
lijke gespecialiseerde dealer.
Als men de inlaatslang boven de pomp
langs laat lopen dan kan zich daarin lucht
verzamelen en de pomp zuigt dan lucht
aan.
1. Zet de inlaatslang op de pomp. Draai hem
goed aan zonder evenwel de schroefdraad te
beschadigen.
2. Laat de inlaatslang onder de pomp doorlopen.
21