NL
De batterij aansluiten (W)
De installatie moet door een gekwalificeerde
installateur worden uitgevoerd.
De waterbatterij heeft koperen buizen
met aluminium vinnen en is geschikt voor
aansluiting op een gesloten waterverwarming.
Stalen aansluitleiding. De verwarmingsbatterij
mag niet worden aangesloten op een
hoofdwaterleiding of open watersysteem.
Let erop dat de eenheid moet worden
voorafgegaan door een regelklep, zie de
kleppenset van Frico.
De waterbatterij wordt bovenop de
eenheid (horizontale montage) of op de
achterkant (verticale montage) aangesloten
via aansluitingen DN20 (3/4''), buitendraad.
Flexibele slangen zijn als accessoire
verkrijgbaar (zie de pagina's met accessoires).
De aansluitingen naar de batterij moeten
worden voorzien van afsluitkleppen (zitten
in de kleppensets van Frico) voor een
probleemloze verwijdering.
Een ontluchter moet op een hoog punt
in het leidingsysteem worden aangesloten.
Luchtkleppen zijn niet inbegrepen.
Bij verticale installatie en een
wateraansluiting onderin is het niet mogelijk
om de batterij in de eenheid te ontluchten.
Zorg ervoor dat de waterbatterij vóór de
inbedrijfstelling met water is gevuld en dat er
geen lucht is achtergebleven. Zie fig. 4.
1. Sluit de eenheid aan en zorg ervoor dat de
afsluitkleppen gesloten zijn.
2. Vóór het vullen moet de bodemplug van
de retourleiding van de waterbatterij (A)
worden verwijderd.
3. Leg een doek of iets dergelijks onder het gat
waar de plug zat om morsen te voorkomen.
4. Vul het systeem voorzichtig en langzaam
door de afsluitklep van de toevoerleiding (of
regelklep) een beetje te openen.
5. Als er water uit het gat komt, zitten de
circuits van de waterbatterij vol water.
Afsluiten door de afsluitklep (of regelklep)
te gebruiken en de plug terug te plaatsen.
6. De waterbatterij is nu vol.
Let op: Wees voorzichtig bij het aansluiten
van de buizen. Gebruik een sleutel o.i.d. om
de luchtgordijnaansluitingen tegen te houden
om overbelasting van de buizen en daardoor
waterlekkage tijdens het aansluiten van
watertoevoerbuizen te voorkomen.
66
Aanpassing van het luchtgordijn en de
luchtstroom
De richting en snelheid van de luchtstroom
moeten op basis van de belasting op de
opening worden afgesteld. Drukkrachten
beïnvloeden de luchtstroom en zorgen dat
deze in het pand stroomt (als het pand
verwarmd en de buitenlucht koud is).
De luchtstroom moet daarom naar buiten
worden gericht om de belasting te weerstaan.
In het algemeen geldt: hoe hoger de belasting,
hoe groter de benodigde hoek.
Basisinstelling ventilatorsnelheid
Wanneer de deur geopend is, wordt de
ventilatorsnelheid ingesteld met de regelaar.
Let erop dat de richting van de luchtstroom
en de ventilatorsnelheid eventueel nog verder
moeten worden aangepast, afhankelijk van de
belasting van de deur.
Filter (W)
De waterbatterij wordt tegen vuil en
verstopping beschermd door een luchtfilter
dat de voorkant van de batterij afdekt. In
omgevingen waar het filter vaak moet worden
gereinigd, wordt aanbevolen om een extern
aanzuigfilter te gebruiken (zie de pagina's
met accessoires). Dit zorgt voor eenvoudiger
onderhoud, aangezien de eenheid niet hoeft
te worden geopend.
Service, reparatie en onderhoud
Voor alle service, reparatie en onderhoud
dient eerst het onderstaande te worden
opgevolgd:
1. Ontkoppel de voeding.
2. Draai de schroeven los en breng het
frontpaneel omhoog. Het front wordt in
open positie geblokkeerd met de haak
voor het frontluik (zie fig. 1A) of volledig
verwijderd (zie fig. 1B). Het serviceluik
wordt verwijderd door de schroeven los te
draaien.
3. Na service, reparaties en onderhoud
moeten het serviceluik en het front weer
worden vastgezet. Als het front verwijderd
is geweest, is het belangrijk dat het
weer stevig in de frontvergrendelingen
terechtkomt, zie fig. 1B.